We liggen een paar dagen achter ons anker bij Île Royale, relaxen, opruimen en aan het genieten van het tropische uitzicht. We zijn bijna alleen hier, op wat toeristenkatamarans uit Kourou overdag, en douaneboten ’s avonds (oei oei, we zijn nog niet ingeklaard…) na. Aan de ene kant wel jammer dat we niet met andere zeilers gezellig kunnen kletsen over de belevenissen, aan de andere kant ook wel fijn om even bij te komen, wat ook wel nodig was.
Maar nu roept het eiland ons luidkeels om ontdekt te worden en eropuit te trekken. Letterlijk, want de apen en vogels laten zich al een paar dagen duidelijk horen. Hoogste tijd om de bijboot uit de bakskist tevoorschijn te halen. We trekken onze wandelschoenen aan, springen in de bijboot en knorren naar de kant. We wandelen nog maar een paar minuten door de tropische begroeiing van palmen en junglestruiken, of we zien de eerste kapucijn- en doodshoofdaapjes voorbij slingeren. Ze kijken ons nieuwsgierig aan, uit op wat te snaaien. We horen van een voorbijlopende gids dat de apen het hier best lastig hebben omdat er niet zoveel te eten is. Toeristen geven ze dan van alles en dus worden ze wat opportunistisch naar mensen toe. Wij geloven toch meer in de natuur en besluiten dat onze mueslirepen niet zo goed zijn voor hun tanden ;-).
Wat verderop laat de ware aard van dit eiland, als één van de gevangeneneilanden van Îles du Salut, zich zien. Een ‘dorp’ van oude gevangenissen en koloniale huizen van de bewakers en officials. De nederzetting die hier in de tijd van Napoleon door de Fransen is gesticht als strafkolonie waarnaar de -in hun ogen- kwaadaardigste criminelen uit Frankrijk werden verbannen. Dit eiland, Île Royale was het relatief vriendelijke administratieve eiland, Île Saint-Joseph en Île du Diable waren een graad erger wat betreft gevangenisregime.
Dat het hier allesbehalve een pretje geweest moet zijn voel je nog heel duidelijk aan de sfeer die hangt in de ruïnes van het gevangeniscomplex. Piepkleine donkere hokken waarin je lange tijd werd opgesloten, de guillotine midden op de binnenplaats, verhalen over elkaar uitmoordende gevangenen en besmettelijke ziektes waardoor het aantal gevangenen zichzelf leek te reguleren. Mocht je al zo moedig zijn om te pogen te ontsnappen, dan was de ligging van de Îles de Salut in de oceaan een lastige blokkade. De kans dat je een zwemtocht naar het vaste land, zo’n 15 km ver, overleefde was nihil door de sterke stroming, wind, woeste golven en naar verluidt haaien. Verbannen worden naar Îles du Salut stond toentertijd gelijk aan een enkeltje hel. Sinds 1953 doet het eiland geen dienst meer als strafkolonie en is het vooral een prachtig eiland, maar zoals ik al schreef, de twijfelachtige geschiedenis zie je hier niet snel over het hoofd.
We willen graag meer ontdekken van Frans Guyana en we varen met een lekker stroom mee de rivier de Kourou op naar de gelijknamige plaats Kourou. Daar laten we vlakbij een klein haventje (dat altijd vol schijnt te zijn) ons anker in de modder zakken. Kourou is de tweede grootste stad van Frans Guyana en is met name bekend als locatie waar voor het Europese Space Center ESA, regelmatig Ariane en Soyouz raketten nieuwe satellieten de ruimte in schieten. Als je geluk hebt kun je bij zo’n lancering aanwezig zijn, dat lijkt ons wel heel leuk en interessant. Vol goede moed en in ons beste frans gaat er een email naar de ESA om op 5 april een Ariane de lucht in te zien (en horen :-0) gaan en wachten vol spanning het antwoord even af. In de tussentijd genoeg te verkennen in Kourou. We zijn heel nieuwsgierig naar de mensen en gebruiken hier in Frans Guyana. En we hadden natuurlijk al héél lang onze zinnen gezet op die beloofde grote Franse supermarché, markten met lokale groenten en fruit en lekker vers brood.
We treffen het! Net buiten het haventje, waar we ons bijbootje kunnen aanleggen zodat we aan wal kunnen, zit een bakker. Vers brood, dat is lang geleden! Daar strijken we eerst maar eens neer voor een brioche, pain aux raisins, verse koffie en vers gember-limoensap. Oh la la, lekker. We raken aan de praat met de bakkersvrouw en ze legt ons uit waar we de supermarkt kunnen vinden. Als even later de bakker, Roberto, zelf aan komt rijden biedt die aan om ons even te brengen met de auto, want het is een half uurtje lopen. De bon service! In de auto vertelt Roberto dat hij eigenlijk uit Columbia komt en dat hij in Frans Guyana beter aan werk kan komen. Even 10 jaar hard werken als bakker en dan hoopt ‘ie wel klaar te zijn. Aan de kwaliteit van z’n brood en klantvriendelijkheid zal het niet liggen. Bij de supermarkt biedt hij zelfs aan om nog even op ons te wachten, maar wij willen lekker uitgebreid en ongehaast rondneuzen tussen alle lekkernijen dus we lopen wel terug. Onze tassen raken goed gevuld met kazen, gedroogde worst, wat wijn en andere etenswaren die we al heel lang niet meer hebben gehad. Het kost wel een lieve duit hier, want alles komt met de boot uit Frankrijk, maar we mogen onszelf af en toe best wel een beetje verwennen.
Terugwandelend hebben we alle tijd om Kourou met eigen ogen te bekijken. We zien een ratjetoe van kleurrijke wat armoedig aandoende en juist moderne gebouwen. Soms in koloniale stijl, soms gewoon een blokkendoos. En bijna altijd met tralies voor ramen en deuren. Recente Renaults, Dacia’s, Peugeots en Citroëns rijden hier rond op netjes onderhouden asfaltwegen met rotondes en zebrapaden. Mobiel telefoonbereik met 4G data, telefoonwinkels, laptopwinkels. Behoorlijk wat rondhangende mensen onder een boom, regelmatig met een lokaal muziekje erbij. Fransen en andere blanke expats die in hoog tempo lopen, lokale Frans Guyanen die een tandje rustiger voortbewegen. Veel prulariawinkeltjes en buurtsupertjes gerund door Aziaten. Op straat lijken mensen wat terughoudend als je ze met ‘bonjour’ groet. Wel vriendelijk, maar niet heel open. Vissertjes in lekkende pirogues, maar wel met moderne en krachtige buitenboordmotoren.
Terug op de Amuse, met een kaasje, wijntje en verse baguette laten we de eerste indruk bezinken. Het verwart een beetje. Het lijkt wel alsof er een moderne, westerse (Franse) schil om deze gemeenschap en plek heen lijkt te hangen. Op zich niet zo vreemd, want Frans Guyana is een overzees departement van Frankrijk, maar of het hier past en klopt? We krijgen de vinger er nog niet achter.
Naast de supermarché hadden we ook de lokale markt nog op ons lekkernijen-verlanglijstje staan. Zaterdag is marktdag in Kourou en wooow, wát een markt. Een overvloed aan kraampjes met prachtige verse groenten en fruit. We moeten regelmatig vragen wat we in onze handen hebben of waar we naar kijken, maar ook hier vullen we onze tassen razendsnel met lekkere dingen.
Bovendien vallen we weer met onze neus in de boter. Het is daags voor Pasen, met traditioneel Bouyon d’Awara als dis. Het gaat zelfs zover dat er een wedstrijd is wie de lekkerste maakt, en die vindt plaats op de markt. Proeven mogen helaas alleen de juryleden, maar een portie kopen na de prijsuitreiking kan wél. We hadden onze zinnen gezet op het uitkammen van wat Aziatische winkeltjes en een heuse ijzerwarenwinkel op zoek naar wat reserveonderdelen en wat kleding (de tropische zon bleekt al onze shirts in rap tempo) en nemen ons voor om op de terugweg wat Bouyon mee te nemen voor ons Paasmaal. Helaas blijken de Bouyonvogels dan al gevlogen… We kregen eerder nog wel een aanbeveling voor een slager dichtbij de haven die ook Bouyon d’Awara maakt. We lopen er langs en eigenlijk is ‘ie al gesloten, maar na overleg met de vrouw-des-huizes worden we naar een achtertuin gedirigeerd waar twee grote ketels Bouyon op een houtvuurtje staan te dampen. Daar mogen we op de valreep nog wel een flinke portie van hebben. De slagersvrouw legt me nog uit wat er in zit. Een kleine indicatie: kippenvleugels, varkensstaart, gedroogde vis, natuurlijk Awara vrucht en verschillende groenten. Het pruttelt een luttele 24 uur en dan… klaar! Het lukt ons om te wachten met verorberen tot Pasen maar als de opwarmdampen zich een etmaal later in de Amuse verspreiden worden we toch wel gelukkig. We roerbakken er Okra en rijst bij en hmmmmm, smikkelen maar. Het is heel intens en kruidig van smaak, écht anders dan we tot nu toe ‘stoofpotjes’ hebben geproefd. Zeer geslaagd.
Dat we in de tropen zijn merken we deze dagen niet alleen aan de tropische flora en fauna, groenten en fruit, mensen, lage tempo, hoge temperatuur en luchtvochtigheid. Ook aan de buien! We maken regelmatig kennis met de tropische bui. Stortregen eigenlijk. Soms een paar minuten, soms een paar uur, soms een hele dag. Met emmers tegelijk komt het uit de lucht. De Amuse wordt er wel heel grondig door ontzilt en ontstoft. Op ons verlanglijstje hebben we nog wel een regenwater-opvangzeil staan, waarmee we onze watertanks kunnen vullen als het regent. Die hadden we hier al goed kunnen gebruiken. Gelukkig konden we bij het haventje wat water tappen. Onze bijboot wordt voor een ochtend waterbunkerboot waarmee ik in vier keer op-en-neer met 75 liter onze watertanks weer helemaal af kan toppen. Werkt ook prima.
Onze email naar het ESA Space Center blijft tot op de dag vóór de Ariane lancering onbeantwoord, dus schrijven we ons bezoek daaraan maar af. Inmiddels hebben we het hier in Kourou ook wel een beetje gezien. Heel comfortabel om te zijn, maar mooi, charmant of pakkend vinden we het niet. Hebben we Frans Guyana nu eigenlijk wel écht gezien? Eerder schreef ik al dat we best wel moeite hebben met Frans Guyana plaatsen, of ‘in een hokje stoppen’ zo je wilt. In boeken, verhalen, op internet lees je steeds weer informatie die het beeld breder maken of veranderen. We willen, voordat we naar Suriname trekken, eigenlijk nog wel wat meer ervaren van dit land. We lezen veel positieve berichten over de Maroni rivier, die de grens vormt tussen Frans Guyana en Suriname. Met aangevulde voorraden zwaaien we Kourou gedag. Op naar Saint-Laurent du Maroni!
Ben je benieuwd of het in Saint-Laurent du Maroni wél lukt om voor Frans Guyana een hokje te vinden (of onze behoefte daaraan?), meer in onze volgende blog!
Wat een belevenis weer.
Jullie moeten de verslagen bundelen en er een zeilreisboek van maken. Ik weet zeker dat het een bestseller wordt
Wat een prachtige ervaringen doen jullie toch op, gewoon in het moment leven, het volgen van het ritme van het leven. Enjoy!
Ik kan gewoon voelen hoe opgetogen jullie weer zijn met al die kleurrijke, verse en vooral overvloedige en smakelijke ingrediënten… de focus verschuift weer van zeilend naar kokend de wereld rond!
Jullie gaan lekkerrrrrrrrrrrrrrrr…
Geweldig, wat een prachtverhaal ook deze keer weer! Het zoveelste bewijs dat jullie het fantastisch naar de zin hebben.
Maar misschien het belangrijkste voor vandaag:
Lieve Stijn,
Van harte gefeliciteerd met je verjaardag. Wij hopen – en verwachten eigenlijk ook wel – dat je een bijzonder fijn nieuw levensjaar tegemoet zult varen; aan jullie ‘spirit’ zal het in elk geval niet liggen!
Natuurlijk ook een hartelijke groet aan Yvet; per slot van rekening moeten jullie het al – en nog – een hele tijd van vooral elkaar hebben.
😉 😉 😉
Alle liefs van tante Joke en oom Martin, en voor strakjes weer behouden vaart!