Als we wakker worden, eten we snel een boterham en maken een thermoskan thee. Om kwart voor 8 varen we haven alweer uit. Omdat IJmuiden een drukke haven is voor de beroepsvaart, maken we de inschatting dat we beter eerst de havenmonding uit kunnen varen voor we de zeilen hijsen. Achteraf gezien hadden we dat toch beter nog in de beschutting van de golfbrekers kunnen doen. Buiten de havenmonding waait het 20 knopen, en de golven hebben met de harde wind van gisteren aardig op weten te bouwen. Het is best een toer om het zeil te hijsen, maar als het eenmaal staat, ervaren we weer dat we ‘op het zeil’ veel minder speelbal zijn van de golven dan ‘op de motor’. Het zeil trekt ons als het ware door de golven heen, waardoor we niet zo op de golven beuken.
Met een halve wind speren we vervolgens naar Scheveningen. De boot helemaal blij, want dit is zijn favoriete koers en we tikken af en toe méér dan 10 knopen aan. Dat is overigens wel inclusief de stroom die we mee hebben. Maar dat doet niets af aan de pret. Als de boot blij is, is Stijn ook blij! Het is bijna jammer dat Scheveningen na een paar uurtjes alweer in zicht is. We melden ons via de marifoon bij de havendienst en kunnen meteen doorvaren naar de tweede haven (de jachthaven). Inmiddels is het zonnetje gaan schijnen. We lunchen gezellig op de boot en luieren de rest van de middag een beetje. Het is tenslotte vakantie. ’s Avonds gaan we heerlijk een hapje eten bij Het Gouden Kalf. We kunnen de hele avond lekker op het terras zitten en genieten van heerlijk eten en de zon.