Hoewel Stijn al vroeg op is om deeg te kneden voor een vers broodje, doen we rustig aan in de ochtend. Om naar Fethiye te varen willen we optimaal profiteren van de westelijke wind die er hier normaal gesproken staat, maar die toch vaak pas halverwege de ochtend opsteekt. En we vinden het zonde om alvast twee uur te motoren op een stuk waar later een mooie wind staat.
Als we rond 9.30 uur zien dat er wat wind begint op te steken, halen we ons anker op en varen we de baai uit. Het is een heerlijk dagje varen, met in de middag maximaal een knoopje of 16 wind, maar zonder gekke dingen. Wél ziet Stijn een dolfijn vlak voor de boot, maar die heeft geen zin om zich daarna nog eens te laten zien.
Rond een uur of vier ’s middags varen we de (alweer) bloedhete baai van Fethiye in. We leggen aan bij de Yes Haven, die een stukje verder ligt dan de grote haven van Fethiye (de ECE Marina), maar veel kleiner en minder massaal is. De prijs moet volgens de Pilot lager liggen dan de ECE Marina, maar nog steeds is dit de duurste haven die we deze vakantie hebben aangedaan, met maar liefst 115 TL per nacht. Daar krijgen we dan wel elektriciteit, water en wifi bij… Dat dan wel weer.
Pas rond een uur of half zes lijkt het draaglijk genoeg te zijn om te gaan douchen. Ze hebben fijne douches hier, maar tegen de tijd dat we terug zijn op de boot, zijn we alweer hartstikke klam, en niet omdat de douches nou zo ver weg liggen. We wachten nog een uurtje voor we Fethiye gaan verkennen. Het is een minuut of 20 lopen van de Yes Haven tot het centrum van Fethiye.
Fethiye is grotendeels verwoest in de aardbeving die ook Marmaris heeft platgegooid. En weer terug opgebouwd met veel betonnen gebouwen. Het heeft dus niet veel ‘ouds’, maar volgens de Pilot vinden veel mensen het toch een leuk stadje, vanwege de levendigheid. Dat blijkt te kloppen. Het is – ondanks het gemis aan ‘oudheid’ – toch heel aardig om door de marktstraatjes van Fethiye te wandelen. Ze zijn overdekt met struikgewas en staan vol met winkeltjes met allerhande toeristenmeuk, tassen, schalen, tapijten, kraampjes met kruiden en specerijen… Je kijkt er je ogen uit.
We zoeken een restaurantje waar veel lokalo’s zitten, maar de restaurantjes in de marktplaats zitten vooral vol met toeristen. We slenteren wat verder langs de gulethaven en worden – door de inmiddels toch wel aangewakkerde honger – naar binnen gelokt bij een restaurant dat Fora heet. Het ziet er niet bijzonder uit, maar het blijkt dat ze een heel leuk dakterras hebben waar je uitzicht hebt over de gulethaven en over de rondslenterende mensen op de boulevard. We kiezen wat uit van de kaart, maar als de ober bij ons staat om de bestelling op te nemen, veranderen we ineens toch van keuze als er bij het tafeltje naast ons een potje wordt geserveerd, waar zulke lekkere geuren uitkomen, dat we direct overstag zijn. Het blijkt een soort van stoofpotje te zijn, met naar keuze lam, rund of kip. Wij kiezen voor de lamsvariant. En wat is het heerlijk! Het is waarschijnlijk een gietijzeren potje, met een taps toelopende opening bovenin. En daarin zit naast lam ook aubergine, ui, peper, citroengras, knoflook, champignons en een ‘special sauce’. Van dat laatste wil de ober ons niet het recept geven, maar we denken er onder andere koriander, kaneel en kardemom in te proeven. Het heeft wel wat weg van een curry. Jammie! Thuis maar eens gaan experimenteren.
Vandaag zijn we enorm aan het nachtbraken, want het is al half 11 geweest als we weggaan uit het restaurant. Na de wandeling terug is het nog steeds heel erg warm op de boot, maar omdat het zo laat is, zijn we moe genoeg om in slaap te vallen.