Chillen in Carriacou

De laatste dagen op Grenada vertoeven we in de baai bij St. George, de gezellige hoofdstad van het eiland. We kunnen hier ook makkelijk eten, drinken, diesel en benzine inslaan voor de komende tijd. We lichten ons anker, hijsen het grootzeil in de luwte van de ankerbaai en verlaten via de westkust Grenada. We zijn op weg naar Carriacou! Een klein eiland dat bij Grenada hoort, maar net ver genoeg is om ten opzichte van Grenada een eigen karakter te houden. Het waait lekker, en met een aan-de-windse koers vermaakt de Amuse zich prima. Dat is een tijd geleden dat we weer eens écht hebben kunnen (moeten) zeilen en ik heb een grote glimlach op m’n smoel. We gaan als de brandweer en wat uurtjes later arriveren we in Tyrell Bay aan de beschutte westkant van Carriacou. Net als je denkt dat je wel gewend bent aan het heldere, blauwe water kan het toch nog helderder en blauwer. We hebben dan ook weinig moeite om een mooi stukje zandgrond uit te zoeken om het anker in te laten vallen.

 

Tyrell Bay ligt tijdelijk wat voller dan normaal vanwege voor orkaan Isaac schuilende zeilboten

 

In pilots en reisboeken lazen we al dat Carriacou ‘vergeten’ is door de toeristen en dat lijkt op het eerste gezicht een prima omschrijving. Aan wal valt direct een aantal dingen op. De openbare busjes, zoals we die van Grenada kennen, rijden hier ook maar hebben geen assertieve conducteurs, toeteren minder, zitten niet bomvol en draaien nauwelijks harde muziek. En als ze wat draaien is het vaker laidback reggae dan het opruiende calypso. Je kunt zowaar een praatje maken met de chauffeur! Ook rijden ze hier opvallend rustig.

 

Bebouwing is vooral traditioneel Caribisch (of wat wij dénken dat daar voor door moet gaan 😁); lage gekleurde huizen en alles heel basic. We hebben geen groot hoog modern sjiek hotel, resort of iets wat daarop lijkt, gezien. Wél prachtige kleine stranden waar we alleen zijn. En waar door de dag heen de kleur van het water telkens anders wordt, groen, blauw en alles daartussen. Talloze kleingrutterstalletjes die hun groente, fruit of vis langs de weg verkopen. En veel caféetjes en eettentjes waar, áls de eigenaar zin had om te openen die dag, locals met elkaar kwebbelen of vol overgave domino spelen. Onafhankelijk van het uur van de dag gaat dat vaak gepaard met rum. Iemand zei eens “Carriacou has 100 rumshops and 1 gasoline station”. Rum lijkt hier een belangrijk onderdeel van de levensstijl. Het leven lijkt sowieso wel een tandje terug te zijn in snelheid. Je hoort me niet zeggen dat Grenada stress uitstraalde, maar hier is het chillen tot kunst verheven. Dit is wel het ware Caribische gevoel.

 

We hebben Paradise Beach voor ons alleen

 

Caribbean flextime… Als we zin hebben steken we de BBQ voor je aan

 

Vergis je niet, Domino spelen is serieus hier. De stenen worden met ferme klappen op tafel gedeponeerd

 

Vele kleuren blauw

 

We kunnen prima relaxen hoor, maar wisselen dat ook graag af met activiteit. Zo wandelen we vanuit Tyrell Bay de Chapeau Carre op, de op 30 cm ná hoogste heuvel van het eiland. Ondanks aanwijzingen van zeilers die we in Frans Guyana hebben ontmoet, hebben we toch regelmatig onze creativiteit nodig om door de begroeiing heen op de top te komen. Het wordt regelmatig behoorlijk steil. De beloning wacht bovenop: een prachtig panorama van het eiland, kleine eilandjes daarom heen en het rif dat Carriacou beschermt voor golven vanaf zee. Daar dankt het eiland trouwens ook haar naam aan, Carriacou betekent ‘omringd door rif’.

 

Het is even een klimmetje, maar dan heb je ook een prachtig uitzicht

 

Deze vriend wandelde even met ons mee omhoog

 

Het eiland heeft in de Carieb een reputatie opgebouwd door de degelijke en snelle boten die hier worden gebouwd en in het hele Caribische gebied rondvaren. Aan de oostkant van het eiland, in Windward, worden nog steeds op ambachtelijke wijze boten gebouwd. Door de vele jaren heen zijn de boten steeds verder verfijnd en ze blijken inmiddels zo competitief dat ze heel verdienstelijk meevaren in diverse regatta’s. We ontmoeten Anthony die aan het strand stapels hardhout, met veel geduld en met veel trots in zijn grootste boot ooit omtovert. Het wordt een 62-voets motorzeiler bestemd voor vrachtvervoer in de Carieb. Hij werkt er al drie jaar aan en verwacht dat in november dit jaar de boot te water zal gaan. Misschien wordt het volgens de carribean flextime wel een maandje later, maar dat mag de pret niet drukken. Het is echt jammer om te horen dat hij voor zijn werf geen opvolging kan vinden. Hij loopt al een paar jaartjes mee en kent geen jongelui die de werf over zouden willen nemen. Die doen volgens hem liever klusjes op projectbasis. Hopelijk kan hij nog een flinke tijd mee om boten te bouwen en vindt hij alsnog iemand die dit prachtige stuk ambacht en traditie voort kan zetten.

 

Botenbouwer Anthony McLaren vertelt trots over zijn boten

 

Nog onder de indruk wandelen we weer terug naar de tien huizen die de dorpskern vormen, op zoek naar een hapje te eten. Als we langslopen worden we gewenkt door twee jonge kerels die onder een afdakje duidelijk zitten te chillen. Of we er even bij komen zitten. Ja natuurlijk, een babbeltje is altijd gezellig. We hebben de eer met Kayaks (zo worden inwoners van Carriacou genoemd) Janell en Simo. Janell is visser. Simo heeft een kleine kapsalon op steenworp afstand van deze hangplek en kan zo eventuele klandizie mooi zien aankomen. Via de ultieme vistips en beoordeling van Yvet d’r haarknipkunsten gaat het gesprek al snel over het lokale leven. We krijgen van deze heerschappen een mooi beeld van de samenleving op Carriacou. Ze drukken ons op het hart dat ondanks dat het formeel hetzelfde land is, Grenada en Carriacou veel van elkaar verschillen. Kayaks zijn bijvoorbeeld veel aardiger dan Grenadianen 😉. Veel mensen houden zichzelf hier bezig met wat werk (een heuse ‘baan’), klusjes of andere betaalde hobby’s om in levensonderhoud te voorzien. Is er weer even genoeg geld voor huis, eten, drinken en natuurlijk wat rum, dan kan de boog weer even ontspannen. Criminaliteit, nee, dat hebben ze nauwelijks hier. Iedereen kent iedereen, dus als er een rotte appel tussen zit weten ze die wel te vinden. Afgunst, op basis van afkomst of geld, ben je gek. “Rich, poor, we help each other, you know. Not that posh commercial stuff from Grenada. Local, foreigner, black, brown, white, we don’t do that shit over here. We’re all brothers, you know”. Zo simpel is het. Ze bieden ons nog wat van hun rum met ginger ale aan. Dit is het serieuze spul, 75% Jack Iron en voor ons wat teveel van het goede. Zeker op een lege maag, we waren immers op zoek naar wat te eten. Samen met de inmiddels ook aangewaaide dorpsoudste, wijzen ze ons de weg naar dé lokale culinaire topper in de omgeving. Een stukje lopen, maar dat hebben we graag over voor een lekker maaltje.

 

Vissen in zo’n omgeving ziet er best aantrekkelijk uit

 

Het blijkt echt een geluksdag, want we lopen nog geen 50 meter en er stopt een pick-up naast ons. Of we een lift willen. Nou graag! Gek maar waar, op de een of andere manier stond dat nog op mijn Caribische klein-geluk-lijstje. Naast een barbecue, op de smoezelige laadvloer van een hobbelende pick-up met de wind in je gezicht over een Caribisch eiland toeren. Heerlijk! Deze vriendelijke meneer zet ons voor de deur van eetcafé Judy’s af. Voordat we hem goed en wel hebben bedankt, knort ‘ie al zwaaiend door het raam weer verder. Judy maakt voor ons Saraka (zie de blog an angry man is a hungry man) en met een goed gestuffte maag wandelen we graag terug naar het dorp om daar de bus terug naar Tyrell Bay te pakken.

 

 

Het is niet altíjd ontspannen hier. Eerder hebben we al eens uitgelegd dat we dagelijks de orkanen op de Atlantisch oceaan in de gaten houden. Officieel zitten we nu in het orkaanseizoen en de piek daarvan is in september, nu dus. De eilanden waar we nu zijn, worden niet heel vaak aangedaan door orkanen, maar de kans bestaat wel. En laat er nu nét eentje ontwikkelen op de Atlantische oceaan die deze kant op komt… Isaac heet ‘ie, is nog ver weg, maar deze moeten we echt even goed in de gaten houden. We maken plannen voor het geval dat het lelijk wordt. Kunnen we hier in het hurricane hole (een plek met hele goede beschutting tegen wind en golven, vaak tussen begroeiing zoals mangroves waar boten als pakketjes aan vastbinden) van Tyrell Bay blijven? Moeten we zuidwaarts richting Grenada of Trinidad? Of gaan we vervroegd naar Bonaire? Alles is binnen een paar uur tot een paar dagen te regelen of te bevaren, dus we kunnen veel kanten op om veilig te zijn. We kijken om de 6 uur naar de voorspellingen van het Amerikaanse orkaancentrum (NOAA NHC). Ook in de bus is Isaac onder locals het gesprek van de dag. Hoeveel wind komt er, hoe hard gaat het regenen? Waar zijn de landverschuivingen te verwachten? Op scholen worden kinderen ook al vroeg voorbereid op de grillen van moeder natuur. Een paar dagen is het behoorlijk spannend, maar nog voordat wij ons orkaanplan in werking zouden stellen, buigt Isaac naar de noordelijker gelegen eilanden Guadeloupe, Martinique en Dominica af.

 

Dit soort plaatjes bekijken we meerdere keren per dag. Het is druk op de oceaan met orkanen en depressies! Isaac stoomt westwaarts en bezorgt ons wat spannende dagen. De plaatjes met de gekleurde gebieden laten zien hoe groot de kans is op storm/orkaan windkracht, die houden we nauwlettend in de gaten!
Opvallend trouwens dat met orkanen Helene en Joyce onze beide zussen meeroeren in de orkanensoep op de oceaan 😳!

 

Jong geleerd: de natuur is krachtig!

 

Zeilers die dáár zijn, kiezen logischerwijs eieren voor hun geld en zoeken schuilmogelijkheden, bijvoorbeeld hier op Carriacou. Op een gegeven moment ontstaat er hier een heuse invasie van zeilers. Vooral Fransen, die in grote getalen rondom die Frans georiënteerde eilanden varen. Dat inferno leidt wel tot behoorlijke reuring in de baai. Ondanks de zeeën van ruimte kiezen boten om welke reden dan ook hun ankerplekken soms onveilig of op z’n minst onprettig dichtbij andere boten, zo ook bij de Amuse. Dat vergt soms nog wel eens wat doortastend optreden, en er zit wel eens een chagrijnige kamikaze Fransman tussen die vooral redenen verzint om niet een tweede keer te moeten ankeren op een veel betere ankerplek. Uiteindelijk blijkt elkaars welbevinden toch belangrijker dan de moeite om opnieuw te ankeren en keert de rust weer volledig terug 😁. Overigens hebben we niks tegen Fransen, sterker nog, we hebben regelmatig leuk contact met ze en denken af en toe likkebaardend terug aan onze tijd aan de mooie Franse kust en culinaire genoegens van heerlijk brood, kaasjes, ham, wijn…

 

Het oog van Isaac raast, gelukkig afgezwakt tot een tropische storm, inmiddels over Dominica en wij krijgen hier wat van de staart mee. Dat betekent eerst windstilte en daarna forse wind, onweer en stevige buien. We blijven maar even aan boord, en zien kans om met ons zelfgemaakte regen-opvang-zeil de watervoorraad aan te vullen. Nachten met onweer en deining die de baai inrolt door de gedraaide harde wind leidt wel tot slaapgebrek. Maar dat is nauwelijks ernstig in vergelijking met wat stormen en orkanen op andere plekken brengen (Dominica, zuidoostkust Amerika, Filipijnen), we vinden onszelf bofkonten.

 

Het weer lijkt ook nog een tijd na het overtrekken van zo’n tropische storm van slag, want geweldige condities om door te zeilen naar het noorden hebben we nog niet. De wind is stevig, erg vlagerig en wordt af en toe vergezeld door onweer. Mwoah, we wachten hier nog even af. Soms voelt het alsof het weer ons hier vasthoudt en we twijfelen of we nog langer moeten afwachten om de Tobago Cays en Bequia te kunnen bezoeken, of dat we direct koers naar Bonaire zullen zetten. Maar ja, we zijn er nu bijna, het schijnt echt heel mooi te zijn en vanuit de ABC eilanden kom je hier niet zomaar terug. En we hebben de tijd, dat maakt ook weer dingen mogelijk. Terugkijkend op perioden in ons eerste jaar van deze reis waar we ook eens verwaaid lagen, zoals in Frankrijk of de Canarische Eilanden, wakkerde dat toen regelmatig een gevoel van haast aan. Nu lukt het veel makkelijker om mee te bewegen met de omstandigheden en het tempo (nog verder 😉) te vertragen. Tijdens die waaidagen maken we dankbaar gebruik van de Wifi aan wal om contact te zoeken met het thuisfront. We snorkelen bij riffen in de buurt. Er zijn altijd meer dan genoeg klusjes op de boot waar we er wat van beetpakken. We maken concrete plannen voor het vervolg van onze reis naar de ABC eilanden, via Jamaica naar Cuba, oostwaarts naar Haïti, Puerto Rico en via Bermuda naar de Azoren. We maken uitstapjes op het eiland en gaan een paar keer naar Hillsborough, de hoofdstad van Carriacou. Een fijne plek om te zijn met leuke winkeltjes, eetcaféetjes en je kunt er lekkere groente en fruit krijgen. Heel veel meer hebben we niet nodig om te genieten op deze heerlijke Caribische plek.

 

Prachtige kleuren

 

Sandy Island: zand, palmbomen, helder water, rif om te snorkelen… bounty-waardig

 

 

 

7 gedachten over “Chillen in Carriacou”

  1. Wat paradijselijk!!!
    En zie dat mannetje eens genieten van zijn ‘klein-geluk’momentje.
    Yvet, werden jouw kapperskunsten goedgekeurd door de vakman?
    Eigenlijk overbodig te zeggen dat wij hier inmiddels ook alle orkanen van naam en richting kenden en op de voet volgden (en de nodige beschermengeltjes hebben ingezet). Ik had je al gewaarschuwd voor de twee zusjes hè . Aan Helene hadden we hier prachtig zomerweer te danken, van Joyce niks meer gehoord.
    Geniet lekker relaxed verder, wij genieten van de verhalen, foto’s en filmpjes!
    Heel veel liefs, XXX

  2. Wauw wauw wauw alweer zo’n super ervaring en voor ons een mooi verslag om te lezen.
    René en Truus; ik ben maar wat blijven rondtollen over de oceaan maar besloot in ieder geval m’n lieve zus en schone broer niet lastig te vallen .
    Fijn steeds weer te lezen (en vorige week telefonisch) te horen dat jullie zo genieten!!!!
    Nog heel wat ervaringen te gaan dus blijf lekker genieten!!
    Liefs en dikke kus en knuf Joyce

  3. Matthijs & Yvonne

    Nee, da’s duidelijk: van je zussen moet je het hebben 🙂
    Je weet waarom heftige orkanen vrouwen namen hebben? Irma, Kathrina, etc…. Zo niet, dan vertel ik je dat nog wel eens…
    Leuk filmpje, ik sluit me bij Dick aan. En een eiland als een speldenknop in de zee, maar jullie weten je er wel te vermaken en er leuk over te verhalen. Hoogtepunt was jullie recent bij de supermarkt te spreken, live, en duidelijk was te horen dat ondanks dat het woord ’terugreis’ viel jullie je daardoor helemaal niet van de wijs / van koers laten brengen: er zijn nog zoveel klein-geluk-momentjes te beleven voordien!
    Hou je haaks daar in de Carieb!!

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *