We beginnen al aardig te wennen aan de vroege wekker. Vandaag staat ‘ie om 5.30, maar de zon staat al aardig hoog aan de hemel tegen die tijd. Als we om kwart over 6 onder een strak blauwe lucht de haven uitvaren, is al goed voelbaar dat het weer een warme dag gaat worden. Er staat echter maar weinig wind, waardoor we het grootste deel van de dag motoren.
Halverwege onze trip varen we onder de brug over de Grote Belt door. Heel imposant! Hoewel wij nog niet eens onder het hoogste deel doorvaren, is de doorvaarthoogte voor ons 56 meter. Hoewel we daar met onze hoogte van ruim 18 meter ruimschoots onderdoor kunnen varen, blijft het kikvorsperspectief je voor de gek houden en lijkt het tot het laatste moment maar amper te passen.
Nog vóór de lunch liggen we alweer in de haven van Omø, een piepklein eilandje van 4,5 bij 2 km, met 170 eilandbewoners. Het is er opvallend rustig. We lunchen op ons gemak, en Stijn maakt van de gelegenheid gebruik om de vlag, die een week eerder in Rødvig al is afgebroken, op het zwemplateau weer netjes te klussen. Het resultaat mag er zijn: de vlaggenstok is weliswaar iets korter, maar er is niks meer van zijn ongelukje te zien. Het heeft even geduurd; wellicht hadden we meer haast gehad met de reparatie van een rood-wit-blauwe vlag?