Mañana

Morgen – mañana – gooien we eindelijk de trossen los in Las Palmas. We gaan op weg naar La Gomera, één van de kleinere Canarische eilanden. Vijf weken lang was Las Palmas, een levendige stad met ongeveer 400.000 inwoners, het toneel voor ons en de Amuse. De stad doet in eerste instantie heel westers aan. De skyline van een metropool. Een lange sliert auto’s die dag en nacht over de autoweg door de stad raast. De hele dag door sirenes. Een grote industriële haven, waar enorme cruise- en containerschepen afmeren. De beste faciliteiten voor zeilboten, waar uiteindelijk alles te krijgen is wat je maar zou kunnen wensen.

 

Als we na een etmaal varen vanuit Lanzarote de contouren van Las Palmas in zicht krijgen, voel ik me een beetje geïmponeerd. Voor de kust liggen talloze grote tankers voor anker. Een containerschip roept ons via de marifoon op om even af te stemmen wat onze plannen zijn. Hij vaart netjes achter ons langs. Rookpluimen stijgen op vanaf de wal. De bedrijvigheid van de stad dringt al op mijlen afstand binnen in het relaxte coconnetje van de Amuse. Even wennen. We varen door de industriehaven heen, richting de haven voor pleziervaart. De grootste haven waar we tot nu toe gelegen hebben, met ruimte voor 1300 (!) boten. Op de mail die we vooraf hebben gestuurd om een plek te reserveren, hebben we nog geen reactie ontvangen. Ook contactpogingen via marifoon en telefoon lopen op niets uit. Op advies van onze pilot (reisgids voor zeilboten), meren we af aan het tankponton om in te checken bij het Havenkantoor. Dicht. “Mañana zijn we weer open”, vertelt een briefje op de deur. Gelukkig weet Kees van de White Mustang raad. Hij ligt al een tijdje in de haven en loodst ons naar een plekje tegenover hem aan de steiger, dat sinds vanmiddag vrij is.

 

De haven van Las Palmas

 

De volgende ochtend vertrek ik vroeg naar het havenkantoor. Dat ligt aan de andere kant van de haven, maar omdat die zo enorm is, ben ik al snel 25 minuten aan de wandel. Daar aangekomen is het een drukte van jewelste. Ik moet een nummertje trekken. 23 wachtenden voor me. Dat heb ik nog nooit meegemaakt. Gelukkig ben ik – gewaarschuwd voor de wachttijd – gewapend met een e-book. De zon schijnt, ik klets wat met andere wachtenden en als ik tweeënhalf uur later aan de beurt ben, is mijn humeur nog prima. Bij de meneer die de enige balie bemant, is gelukkig ook niets te merken van stress. Hij neemt alle tijd om mij allerlei formulieren in te laten vullen, de informatie vervolgens met twee vingers in zijn computer in te tikken, wat printjes te maken en te stempelen om vervolgens kalmpjes nog wat vragen van mij te beantwoorden. In mij gebeurt iets tegenstrijdigs. Mijn Hollandse efficiëntie-stemmetje roept bozig dat dit natuurlijk veel sneller kan en dat het geen stijl is om me zo lang te laten wachten. De wereldreiziger in mij laat zich echter niet van haar stuk brengen en geniet van het feit dat zowel zijzelf als de marinero achter de balie zich niet gek laten maken door lange wachttijden en grote aantallen wachtenden. Dat het gaat zoals het gaat, en dat iedereen daarin berust. Het blijkt onze eerste kennismaking met een cultuur die veel Caribischer voelt dan de eerste aanblik van deze metropool doet vermoeden.

 

Nog nooit meegemaakt: een nummertje trekken om in te checken

 

Onze voornaamste drijfveer om Las Palmas aan te doen, is om de laatste voorbereidingen te treffen voor onze oversteek. Las Palmas staat bekend als belangrijkste springplank om de Atlantische Oceaan over te steken. Wij zijn dus niet de enigen die hier liggen om te klussen of de bootinventaris compleet te maken. In de haven wordt op veel boten getimmerd, gezaagd, gepiekerd, gelast, gepoetst… Er wordt ook heel wat collegiaal overleg gevoerd. De oversteek is voor veel zeilers (waaronder wij) een spannend onderdeel van de reis, dus worden plannen en bootuitrusting uitvoerig met elkaar vergeleken. Dat is enerzijds heel fijn, anderzijds moeten we ervoor waken dat je elkaar niet gek maakt hier. Want 100 zeilers; 100 meningen. Ook opmerkelijk hier in de haven is het grote aantal ‘lifters’: mensen die zichzelf als ‘crew’ aanbieden voor de oversteek. Veelal uitgedost met dreadlocks en gewapend met een gitaar, staan er elke dag wel mensen op de steiger die vragen of we behoefte hebben aan extra bemanningsleden om de oceaan over te steken.

 

Wij hebben in Las Palmas twee grote projecten op ons lijstje staan, en daarnaast heel veel kleinere klusjes. Het eerste project is het installeren van een bimini (een zonnetent), die we laten maken door Sunny, een ‘mannetje’ dat ons door Rik en Sanne van de Incentive wordt aangeraden. Het installeren van een hydrogenerator vormt het tweede grote project. Een wat? Ja, een hydrogenerator. Ik weet dat we op z’n minst één lezer hebben die een bovengemiddelde interesse heeft in de techniek aan boord van de Amuse, dus ik zal speciaal voor hem het wat, waarom en het hoe van de hydrogenerator uitleggen. Alle andere lezers kunnen doorscrollen en verder lezen vanaf het kopje ‘En nu wordt het weer interessant voor niet-techneuten’

 

Voor Marcel en andere techneuten

Dat we een hydrogenerator nodig hebben, is het gevolg van een hele reeks andere beslissingen. Ik maak eerst dus een kleine omweg in mijn verhaal. Te beginnen bij de stuurinrichting. Sturen op onze boot gaat met een stuurwiel dat het roer beweegt. Dat stuurwiel is natuurlijk met de hand te bedienen, maar voor langere oversteken is handmatig sturen bijna niet voltijds te doen. Daarom hebben we een stuurautomaat. Heel handig! Je kunt op de stuurautomaat instellen welke koers je wil varen. De stuurautomaat bedient vervolgens met een hydraulische pomp het roer en zorgt ervoor dat de boot keurig op koers blijft.

Al dat elektronische sturen kost natuurlijk energie. Hoewel de koelkast en de verlichting ook energie verbruiken, is de stuurautomaat de grootste verbruiker. Als de zon flink schijnt, zijn onze zonnepanelen voldoende om alle benodigde energie aan boord te leveren. Met korte dagen en bewolkt weer leveren de zonnepanelen echter onvoldoende stroom op om de accu’s op peil te houden.

De meest voordehand liggende oplossing zou natuurlijk zijn om het energieverbruik terug te brengen. Veel boten maken voor lange tochten gebruik van een zogenaamde windvaan als alternatief voor een elektrische stuurautomaat. Dat is een mechaniek dat door middel van de wind het roer kan besturen en de boot op koers kan houden. Energieneutraal en dus eigenlijk de mooist denkbare oplossing. Wij hebben zo’n windvaan ook overwogen, maar liepen tegen het probleem aan dat we de windvaan op onze boot niet midden op de spiegel (achterkant van de boot) kunnen monteren. Zeker als de boot overhelt naar de kant waar de windvaan niet gemonteerd is, heb je een lange arm nodig. De kracht op het mechaniek wordt dan heel erg groot.

De ervaringen met zo’n asymmetrisch gemonteerde windvaan lopen enorm uiteen. Na wijs beraad vinden wij deze oplossing niet overtuigend genoeg om er zelf voor te kiezen. Dat betekent dat we moeten blijven vertrouwen op onze elektrische stuurautomaat. En dus moeten we zorgen dat we méér energie op gaan wekken. Ook daar bestaan weer een paar opties. Sommige boten draaien dagelijks een uurtje stroom op de motor. Voor ons is dat geen optie, want onze dynamo is niet zo sterk. Om de benodigde stroom te draaien, moeten we te veel diesel verstoken, die we juist weer willen sparen om windstiltes te kunnen overbruggen. Een andere optie is om een aparte benzinegenerator mee te nemen. Na berekening van de benodigde hoeveelheid benzine die we dan mee moeten slepen, laten we die optie ook snel vallen. Verder kunnen we kiezen voor extra zonnepanelen, een windgenerator (een propellor die door wind draait) of een hydrogenerator (een propellor die door stroming van het water draait). Omdat we een oplossing willen voor dagen dat er weinig zon is, vallen zonnepanelen af. Een windgenerator kan ook goed werken, alleen is de effectiviteit daarvan niet zo groot als je voor de wind vaart. De wind die dan effectief in de windmolen blaast is, is de wind die van achter komt, minus de snelheid die de boot maakt. Een voorbeeldje: Als je 20 knopen wind van achteren hebt, en je vaart zelf met een snelheid van 7 knopen vooruit, dan hou je effectief nog maar 13 knopen wind over om je propellor in beweging te brengen.

Uiteindelijk kiezen we dus voor een hydrogenerator. Het is nog wel een puzzel om die goed op de boot te monteren. Omdat onze spiegel schuin loopt, en we de hydrogenerator precies verticaal in het water willen laten steken, hebben we een taps toelopende steun laten maken.

 

Daar is ‘ie dan!

 

En nu wordt het weer interessant voor niet-techneuten

In Nederland zouden beide projecten vermoedelijk in twee weken klaar zijn. Maar alles gaat hier op een Caribisch tempo. Ik denk dat ze ons er alvast aan willen laten wennen. Bovendien vallen we met onze neus in de feestboter. Op 6 december vieren de Spanjaarden de Día de la Constitución Española (de dag van de Spaanse Grondwet), gevolgd door de Immaculada Concepción (de onbevlekte ontvangenis van Maria) op 8 december. De dag ertussen nemen ze voor het gemak natuurlijk ook vrij. Hoewel Kerst in Spanje officieel maar uit één dag bestaat, wordt de Kerstperiode in de praktijk opgerekt tot de volgende nationale feestdag op 6 januari: Día de Reyes (Driekoningen). Zelfs op 8 januari hoorden we hier nog de Kerstliedjes in de winkels. We hebben het eerder gezegd: de Spanjaarden lijken geen gelegenheid voorbij te laten gaan om een goed feestje te vieren.

 

Op de avond voor Driekoningen trekt er een bonte stoet van verlichte praalwagens door de stad, met als hoogtepunt de drie koningen per kameel

 

Uiteindelijk levert onze Sunny (het ‘mannetje’ hier in de haven) een prachtige bimini af. Sunny blijkt ook de steun te kunnen lassen die we nodig hebben om de hydrogenerator te monteren. Maar dan moet natuurlijk eerst de bimini klaar zijn. Voor het volgende project gaat de mañana-teller vervolgens weer opnieuw lopen. Ach ja… dan heb je ook wat!

 

Genoeg schaduw nu!

 

Wij zitten ondertussen niet stil. Het zware werk doe ik, namelijk Stijn de mast intakelen. Hij geeft daar de verstaging een flinke poetsbeurt en kan meteen bevestigen dat de verstaging er nog prima bij staat. Het vieze werk doet Stijn, hij maakt de terugslagklep van ons wc-tje schoon en vervangt het dieselfilter. In een bui van huisvlijt haak ik een net waar we ons fruit tijdens de lange oversteek butsvrij in kunnen ophangen. Verder kopen we navigatiekaartjes voor de overzeese gebieden, allerhande reserve-onderdelen en een Iridiumtelefoon. Daarmee kunnen we op de oceaan weerberichten binnenhalen en – speciaal voor Freek – af en toe een berichtje op onze website plaatsen met de actuele stand van onze tonijnvangst. We doen nog een laatste ronde boodschappen, waarmee de waterlijn in totaal echt een paar centimeter ligt. En we weten – met hulp van de huurauto van Zweedse Fred en Deense Grete hier in de haven – onze dieselfles weer tot de nok te vullen. Dat Stijn in de fabriek ruim twee uur heeft moeten wachten op het vullen van de tank, laat ik maar achterwege; het verhaal zou wat eentonig worden .

 

Zelfs het fruit heeft bij ons haar eigen hangmat

 

Verder hebben we natuurlijk een paar dagen bezoek van Eric en Femke: tijd om heerlijk bij te kletsen en het eiland rond te crossen. We bezoeken een aantal keer Playa de las Canteras, dat hier ook wel het strand voor de locals wordt genoemd. We vieren Kerst en Oud & Nieuw in korte broek. We struinen rond in Vegueta, het gezellige oude deel van de stad. En het belangrijkste van alles: we hebben het vooral gezellig! We weten ‘ongeduld’ om te buigen in ‘acceptatie’. En ‘wachten’ denken we om tot ‘kans om iets leuks te gaan doen’. Dat is ons in eerdere periodes van ‘wachten’ in Lelystad en Lanzarote niet gelukt. Vijf weken ‘mañana’ blijken een enorm waardevolle les voor ons te zijn.

 

Buiten is het 22°C, binnen vieren we Kerstavond met glühwein en zelfgemaakte worstenbroodjes

 

Vegueta

 

Terug naar morgen: dan vertrekken wij naar La Gomera. Met een volledig afgevinkte to do lijst. En met heel veel zin om dit kleine eiland te gaan verkennen, waar we prachtig schijnen te kunnen wandelen. Behoorlijk onbekend bij toeristen en verstoken van hoogbouw. Heerlijk relaxen! Op naar mañana dus….

 

PS… Eerder riepen we kinderen op om ons te vertellen wat ze altijd al hadden willen weten over onze reis. We hebben al wel wat vragen binnen, maar er is nog ruimte voor véél meer vragen, dus kom maar op!

 

 

 

 

 

5 gedachten over “Mañana”

    1. Uiteraard Twan! De ARC was al twee weken weg toen wij in Las Palmas arriveerden. Hebben wel gehoord wat voor een heksenketel de haven dan is

  1. Matthijs & Yvonne

    Is er ook videomateriaal beschikbaar van het bespreken van AL jullie opties om stroom op te wekken? Dat moet hilarische beelden opleveren: ik stel me flipovers voor met Yvet en stiften in meerdere kleuren (coach4life), pijlen, haken terug, kruizen er door, en Stijn de cosinus van de hydrogenerator-hoek op de iPhone berekenen (TU4life), de wattages van elk individueel apparaat optellend, en -jullie kennende – eea gelardeerd met Viño Y Tapas… kortom vruchtbaar overleg!

    Omdenken en levenslessen dat het mañana ook anders kan: dat was toch een belangrijke reden deze hele expeditie op touw te zetten? Je krijgt wat je wilt…
    Veel plezier op Gomera!!

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *