Hoewel we inmiddels alweer even in Spanje vertoeven, is er nog een aantal mooie herinneringen aan de Azoren die we nog niet aan het digitale papier toevertrouwd hadden. Bij deze dus alsnog een blog over onze belevenissen op Terceira.
Na ruim drie weken op Faial (inclusief een uitstapje naar Pico per ferry) is het tijd om nog wat meer van de Azoren te ontdekken. We gooien los in Horta op weg naar Sao Jorge. Dat eiland is te zien vanaf Horta, dus maar een paar uurtjes varen. Op Sao Jorge is eigenlijk maar één goede haven, in Velas. We weten dat het een vrij klein haventje is, en dat er niet altijd plek is. Vlak voor we er zijn, bellen we dus even op of we terecht kunnen. Nee, het haventje is vol. Maar we mogen wel vlak buiten de haven ankeren; misschien is er morgen wel een plekje in de haven beschikbaar. Of we dan wel zo dicht mogelijk bij de rotsen willen ankeren, want er is vandaag een jetski-wedstrijd en anders liggen we midden in het parcours. We checken even hoe de wind staat. Dat zou ankeren aan lager wal betekenen: de wal waar de wind naartoe blaast. We hebben geen zin om een middag tussen de jetski’s te liggen en al helemaal niet om aan lager wal te liggen. Mocht er dan iets mis gaan met het anker, dan lig je al snel op de rotsen. De keuze is dus snel gemaakt: we varen door naar het volgende eiland: Terceira. Dat staat ook op ons lijstje. Het betekent wel even een nachtje doorvaren.
De tocht ernaartoe is mooi. We varen lange tijd tussen de eilanden Pico en Sao Jorge door en zien vanaf het water allerlei plekken op Pico die we met Henk en Carla nog per auto hebben bezocht. De vulkaan houdt vanuit de hoogte steeds een oogje op ons. Helaas houdt ze ook alle wind voor ons tegen, dus we kunnen pas voorbij het eiland de zeilen weer hijsen. We zouden erg graag naar de haven van Angra do Heroismo, de hoofdstad van het eiland gaan. Het historisch centrum schijnt prachtig te zijn, in elk geval volgens de UNESCO, die het op haar beroemde werelderfgoedlijstje heeft gezet. De haven van Angra is echter open naar het zuiden toe en laat er nou net morgen stevige wind worden verspeld vanuit het zuiden. Geen goede plek om te liggen, dus we varen door naar een andere haven, met een net zo sprookjesachtige naam: Praia da Vitória. De haven zelf ligt behoorlijk vol, maar in de beschutte baai is méér dan genoeg plek om te ankeren. Terwijl de zon net boven de horizon uitkomt, laten wij ons anker onder water zakken. Er wordt meteen al gezwaaid naar ons: de Maximootjes liggen naast ons, en nog vóór we gaan inchecken op het havenkantoor, worden we al uitgenodigd voor koffie en ontbijt bij hen aan boord. Zó lief!
Er is niet echt veel tijd om duf te zijn na een nachtje doorvaren. ’s Middags staan de Oranjeleeuwinnen in de finale van het WK voetbal, en die moeten natuurlijk aangemoedigd worden. Met de bemanning van de Maximo en de K’dans zoeken we een kroegje op waar het na even puzzelen lukt om de wedstrijd op het scherm te toveren. ‘Onze dames’ verliezen helaas, maar hun spel was fantastisch. Net als onze aanmoedigingen en de typisch Azoriaanse stoofpotjes die we na afloop eten.
Die nacht begint het al te waaien, maar de ergste wind komt overdag. De windmeter raakt af en toe de 40 knopen, de regen komt horizontaal voorbij gestriemd. Maar we liggen als een huis. Perfect weer om een beetje bij te slapen. Gelukkig gaat de wind tegen de avond weer wat liggen. De volgende dag vertrekken de Maximo en de K’dans richting Engeland. Het is ineens wel een beetje stilletjes in de baai. Tijd om het eiland te gaan verkennen dus.
We nemen de bus naar Angra do Heroismo, waar we ons onderdompelen in de gezelligheid van de stad. De gevels langs de straten zijn echt prachtig. Door een erg mooi aangelegd park wandelen we de heuvel op, waar we bij Alto da Memória een schitterend uitzicht over de stad hebben. Wij snappen de UNESCO wel.
Een ander uitje gaat per huurauto de binnenlanden in. Hoog op ons lijstje staat een wandeling bij Los Mistérios Negros, dus daar starten we. De route, tussen twee vulkanen door, voert door dicht begroeide laurierbossen, die soms zelfs wel een beetje oerwoudachting aandoen, langs meertjes, weiden, steile hellingen begroeid met Japanse ceders (ruikt heerlijk!), en scherpe vulkanische rotsen. Echt één van de mooiste wandelingen die we ooit gemaakt hebben! Dat maakt hongerig, dus na de wandeling strijken we neer in São Mateus da Calheta, een klein vissersdorpje. In een restaurant waar vooral veel Azorianen zitten, wijzen we twee verse vissen aan, die een kwartiertje later gegrild worden geserveerd, op een grote schaal met aardappels en groenten. Dat kunnen ze wel hier op de Azoren: vis bereiden! We genieten met volle teugen!
Na de lunch gaan we verder op ontdekkingsreis in ons Japanse huurgebakje. Het valt op dat het eiland nog wat groener en wat glooiender is dan Faial en Pico. We rijden naar Santa Barbara, bovenop een vulkaan, waar het uitzicht over het eiland fenomenaal is. Of in elk geval: zou moeten zijn. Voor ons blijft Santa Barbara vooral mist-erieus.
Snel weer naar beneden dus, en op naar Furnas do Enxofre, waar nog steeds een erfenis van de vulkanische historie van het eiland te vinden is: rookgaten waar zwaveldampen uit naar boven kringelen. Indrukwekkend!
Verder leren we die middag over de strandgebruiken op de Azoren. Waar de Nederlanders op een warme dag handdoekje-aan-handdoekje op het Scheveningse strand bivakkeren, hebben de Azorianen een minstens zo vreemde gewoonte. Stranden zijn er niet zo veel op de Azoren, en als ze er zijn, bestaan ze vaak uit zwart lavazand. Maar hier hebben ze dan weer piscinas naturais, de poeltjes die ontstaan doordat er zeewater blijft staan tussen grillige lava-uitlopers. Dat water wordt – in theorie – opgewarmd door de warme lavasteen. Dat willen we wel eens zien, dus we rijden naar Biscoitos, waar de bekendste piscinas van het eiland te vinden zijn.
We blijven nog een paar dagen aantutten in Praia da Vitória, wachtend op goede wind om naar Sao Miguel te varen. Ondertussen merken we duidelijk dat we de laatste fase van deze reis ingaan. Het afscheid van ons avontuur komt dichterbij. Het gesprek aan boord gaat regelmatig over hoe het zal zijn in Nederland na onze terugkomst. En met name ik merk dat ik het nu even lastig vind om nieuwe ontdekkingen nog met frisse ogen te bekijken. Is een ander Azoriaans eiland niet méér van hetzelfde? Lieve vrienden en familie in Nederland trekken aan me. En zeker als we steeds meer boten zien vertrekken richting het Europese vasteland, vraag ik me af of ik eigenlijk nog wel naar Sao Miguel wil, of dat het tijd is geworden om richting Nederland te gaan. Stijn heeft juist nog ontzettend veel zin in Sao Miguel (of misschien nog geen zin om afscheid te nemen van ons avontuur?). Als ik me echter verder verdiep in Sao Miguel, lijkt dat eiland toch ontzettend de moeite waard te zijn. Ik zet de knop om en besluit het afscheid van ons avontuur ook nog even uit te stellen en lekker nog even verder te gaan met onze ontdekkingsreis.
Wat zal dat mooi fotoboek worden. Dat zal nog dikker zijn dan het boek van Sinterklaas.
Ik zou de gedachte aan Nederland nog even voor je uitschuiven en mee gaan met de avonturen “flow” van Stijn, want als je eenmaal in Nederland bent, is het echt voorbij (ook voor ons, kunnen wij ook nog meegenieten met jullie)
Hadden wij maar meer tijd gehad op de Azoren!
Prachtig! En je schrijft ook zo leuk!
Dankjewel voor het compliment! En wij hadden het ook geweldig gevonden om samen met jullie de Azoren onveilig te maken! Johohooo!