Vers brood gehaald en bij toeval ook een slager gevonden. Er is wel een vitrine, maar geen vlees, maar op de vraag of hij gehakt heeft wordt er ter plekke een mooi stukje vlees door de molen gehaald. Handig om in de koelkast te hebben. Na het ontbijt drinken we nog een echte (Italiaanse) espresso in een barretje waar we ook – voor het eerst sinds onze aankomst in Turkije – wifi kunnen gebruiken. We maken van de gelegenheid gebruik om wat mailtjes naar het thuisfront te schrijven en onze weersvoorspellingen te updaten.
Uiteindelijk vertrekken we rond 11.30 uur uit Selimye. Er staat aardig wat wind (tussen de 12 en 20 knopen), maar wel heel variabel in kracht en richting. We merken wel dat onze beleving van windkracht flink aan inflatie onderhevig is. Nu denken we bij 20 knopen wind al snel: “Oh, makkie!” Daar merken we aan dat we in de paar dagen die we nu achter ons hebben liggen ontzettend veel hebben bijgeleerd en nog veel zekerder zijn geworden over wat wij en het schip aankunnen.
Op het grootzeil varen we naar Orhaniye. We komen daar rond een uurtje of 13.00 uur alweer aan en maken eerst een rustig verkennend rondje in de baai. Er zijn flink wat jetties, dus we hebben keuze, en we zijn nog aan het bekijken wat de handigste plek is, als er vanaf één steiger hulp wordt aangeboden. Da’s altijd fijn! Al was het alleen maar bij het omhoog houden van de mooringlijn (meer dan dat blijkt de beste meneer ook niet te kunnen, dus we voeren de manoeuvre verder met z’n tweeën uit). We liggen – al zeggen we het zelf – heel snel keurig vast. Alleen een beetje scheef. Na wat gepuzzel blijken onze en de volgende mooringlijn kruislings van ankerblok naar kade te lopen (handig!). Nadat we van mooringlijn zijn gewisseld liggen we super.
We blijken bij toeval aanbeland te zijn bij de thuisbasis van Sunsail (onze charter organisatie) in Orhaniye. Er loopt alleen niemand rond van Sunsail. Een uurtje later blijkt waarom: dan komt een jacht aan met daarop Sunsail-bamanning. Ze zijn blijkbaar op verzoek van de huurders de boot ergens op gaan pikken, omdat de huurders zelf niet meer verder durfden te varen.
Dat onze aanlegmanoeuvre in retroperspectief eigenlijk wel prima verliep, blijkt als later die middag nog een aantal jachten aankomen die – zelfs bij dezelfde wind als wij hadden – toch behoorlijk wat problemen hebben om goed aan te leggen. Zelfs met hulp van een aantal Sunsail-mannen blijkt aanleggen niet gemakkelijk. Eén van de jachten (met 6 man bemanning) komt zelfs tot twee keer toe langszij aan lagerwal tegen de steiger aan te liggen. Stijn snelt – net als een aantal mannen van andere boten – te hulp en het vergt nog heel wat vereende kracht om het jacht enigszins schadevrij van de steiger te drukken.
Die middag raken we aan de praat met het Oostenrijkse stel van middelbare leeftijd op de boot naast ons (Rudy en Monica). Zij blijken dezelfde nacht als wij doorgebracht te hebben in Knidos, maar dan voor anker. Ze vroegen zich al af wat de nachtelijke hectiek op de steiger had betekend, en waarom alle boten aan de steiger ’s ochtends inderhaast waren vertrokken. Rudy vertelde dat zij ’s middags zijn vertrokken uit Knidos en na wat omzwervingen (bij de haven die zij op het oog hadden werden ze weggestuurd door het slechte weer) in Palamut terecht waren gekomen. Wij vroegen ze (omdat we hadden gelezen dat de binnenkomst werd afgeraden bij slecht weer), hoe ze daar binnen waren gekomen, maar het bleek dat ze precies een window van een half uur hadden waarin het nagenoeg windstil was, waardoor ze binnen konden varen. Ze vertellen ook dat ze de volgende dag (de ochtend waarop wij in Dirsek overvallen waren door de korte, hevige bui met bijbehorende wind) overvallen zijn door een hele flinke onweersbui. Rudy vertelt dat hij nu 20 jaar zeilt, overal ter wereld, met meer dan 60.000 mijl ervaring, maar dat hij nog nooit zo bang is geweest: ze voeren 200 meter van een rotspunt af, hun navigatie deed het niet meer, de wind kwam van alle kanten tegelijk en het zicht was door de regen beperkt tot een meter of 10 rondom de boot. Hij zei “dat doet wat met je zelfvertrouwen”.
We delen verder in het zonnetje nog wat van onze ervaringen en die middag blijkt dat de dinsdag en de woensdagochtend voor veel mensen heel spannend zijn geweest. Mensen zoeken op tijd beschutting en er liggen ook al aardig wat mensen in Orhaniye die er pas zaterdag hun boot hoeven in te leveren… ze zijn er klaar mee.
’s Avonds maken we van wat paprika, courgette, ui, tomaat, brood en kaas een heerlijke Turkse pide.