De wekker heeft weer geen medelijden met ons. Om 6.00 uur herinnert ‘ie ons aan onze plannen om vroeg uit te varen. We hebben Zierikzee op het oog. Daarbij willen we de drukke Maasmonding het liefst met stroming mee kruisen. We varen om 7.30 dus al de haven van Scheveningen uit, met een heerlijk zonnetje en een zwak windje.
Vóór we het weten, zijn we al bij de Maasmonding. Het is er veel rustiger dan toen we hier vorig jaar in september overstaken. Maar toch zijn we weer onder de indruk van het waakzame oog van de ‘grote broer’ die vanuit de verkeerscentrale van de Rotterdamse haven over ons waakt. De procedure werkt strikt. Er is een smalle ‘laan’ waar de pleziervaart de beroepsvaart mag doorkruisen. Bij een bepaalde boei moet je je via de marifoon melden bij de verkeerscentrale. Zij geven je vervolgens keurig instructies over de koers en de snelheid die je aan moet houden. En dat is toch wel prettig, want het is soms lastig om goed in te schatten wat die grote beroepsvaartcollega’s gaan doen. Bovendien varen ze veel sneller dan je denkt. Fijn dat er dan zo’n grote broer is die meekijkt.
Als we drukte van de Maasmonding achter ons hebben gelaten, nemen we even de tijd om de rest van de tocht in meer detail te bekijken. We willen door de Roompotsluis de Oosterschelde opvaren. De getijden en de stroming hadden we gisteravond al opgezocht, maar we bereiden ons graag vast op tijd voor op de bedieningstijden, marifoonkanalen en andere bijzonderheden. Als we die details op internet opzoeken, zien we pas dat we een belangrijk detail over het hoofd hebben gezien… Bij de Roompotsluis ligt een brug die een maximale doorvaarthoogte heeft van 19 meter en alleen bij laag water. Nou is het uiteinde van onze mast 18,3 meter boven de waterlijn en omdat we er nog een antenne en wat andere gadgets bovenop hebben staan, houden we een doorvaarthoogte van minimaal 18,8 meter aan. Het zou dus, precies rond het tijdstip van laag water, moeten passen. Alleen…. is het pas rond een uur of 23.00 vanavond eb. Wij komen waarschijnlijk rond 16.00 uur aan bij de Roompotsluis en omdat het dan ongeveer hoog water is, staat ons een paar uur wachten en een nachtelijke aankomst in Zierikzee te wachten.
Daar hebben we geen zin, dus we schakelen snel over op plan b. Doorvaren naar de Westerschelde en dan bijvoorbeeld mikken op Vlissingen heeft geen zin, want doordat we dan het laatste deel flinke stroom hebben, zouden we daar dan ook pas in het donker aankomen. Dan maar een ingang eerder weer landinwaarts varen. We stellen onze koers bij richting Stellendam. We hebben mazzel bij de Goereesesluis en hoeven niet lang te wachten voor we het Haringvliet op kunnen varen.
Inmiddels hebben we ook in de gaten dat onze plan-b-route via de brug over de Haringvliet loopt. En omdat die brug in de spits niet draait voor boten, hebben we alle tijd om op ons gemakje op de fok naar de brug te varen. Stipt om 18.30, als de brug weer opent na de spits, varen we dan ook door de brug. Inmiddels hebben we al varende al wat snacktomaatjes en -paprika’s gegeten met wat brood. Prima op zo’n warme avond als deze.
We zouden natuurlijk nog een paar uurtjes door kunnen varen richting Zierikzee, maar eigenlijk zijn we er na zo’n lange dag varen wel klaar mee. Bovendien hebben we met deze warmte wel erg veel zin in het koude biertje dat in de koelkast staat. We besluiten daarom de haven van Willemstad in te varen, net voorbij de Brug over de Haringvliet. Om 19.15 liggen we – na een lange dag varen – moe maar voldaan in de haven. Wat smaakt dat koude biertje lekker zeg! We genieten nog van een prachtige zonsondergang en liggen niet lang daarna op een oor.