Op expeditie

Concarneau is prachtig. Helaas vinden niet alleen wij dat, maar héél veel toeristen met ons. Na twee dagen Concarneau hebben we dus zin om weer een rustiger plekje op te zoeken. Zuid-Bretagne leent zich om op expeditie te gaan. Een stukje verderop ligt het eiland Groix. We hebben niet de illusie dat we het toerisme helemaal kunnen ontlopen, want het hoogseizoen staat al voor de deur. Tegelijkertijd is een eiland voor veel toeristen die over land komen alweer een extra drempel.

Het haventje is klein, zo lezen we. Maar we wagen het erop. Als de haven toch vol blijkt te zijn, zijn er heel veel prachtige ankerplekken in de buurt. Als we ’s middags in de buurt komen, roepen we de haven via de marifoon op en hebben we geluk. De buitenhaven ligt weliswaar vol met een regatta, maar in de binnenhaven, achter de drempel, is nog plek.

De Amuse, in de binnenhaven van Groix

Laat ik die drempel even uitleggen. Sommige havens zouden bij laag water volledig droogvallen. De meeste boten (waaronder de Amuse) kunnen niet droogvallen, want dan staan we op onze kiel en vallen om. Een drempel is daar de oplossing voor. Met laag water ontstaat er achter de drempel een ‘zwembad’ met voldoende water.

Met hoog water (links) kun je over de drempel naar binnen en naar buiten. Met laag water (rechts) blijft er achter de drempel voldoende water staan om te blijven drijven
Blijft een bizar uitzicht zo, vanaf de Amuse, in ons eigen zwembad met hoog water

Je kunt zo’n zwembad alleen maar in- en uitvaren rondom hoog water, anders staat er niet voldoende water boven de drempel. Wij komen precies rond hoog water aan, dus mogen van de havenmeester zo doorvaren. Port Tudy, zoals deze haven heet, blijkt superschattig. Het doet ons denken aan de Engelse kanaaleilanden.

Groix is echt een eiland om per fiets te verkennen. Rondom de haven (waar ook de toeristenferries aankomen) wemelt het van de fietsverhuurwinkels. Tijd om de vouwfietsen uit de bakskist op te diepen! We fietsen het hele eiland rond. Ik voel me soms wel Mathieu van der Poel, want het is flink stoempen op de heuvels, en gravelpaden tellen hier ook mee als fietspaden. We snappen nu ook waarom we alleen maar elektrische fietsen in de verhuur zien. Maar het is het afzien waard, want de uitzichten zijn prachtig.

Hier zijn we omhoog gefietst. (En… zonder afstappen!)
Tijdens ons fietstochtje…
… naar het westelijke puntje van Groix
Strandje aan de oostkant van Groix
Uitzicht over Port Tudy

Als we de haven de volgende dag weer willen verlaten, kan dat pas rond 14.30 (weet je nog, die drempel?). Alle tijd dus nog in de ochtend voor een mooie wandeling. Dat we laat vertrekken is niet erg… we hebben onze zinnen namelijk gezet op een nachtje voor anker bij één van de mooie stranden die we al rondfietsend hadden gespot. Een paar mijl buiten de haven laten we ons anker dus vallen. Als we ’s avonds met ondergaande zon genieten van het prachtige uitzicht, komt er zelfs nog even een dolfijn dag zeggen rondom de boot. Hoe mooi kan het leven zijn?

Vanuit Groix varen we de volgende ochtend naar Port Louis. In het stadje is de Bar Tabac tegenover de kerk nog het levendigste middelpunt. Vooral Fransen hier. En geen toeristenwinkels. Port Louis was oorspronkelijk de uitvalsbasis voor de Franse Oost-Indische Compagnie. Al snel verplaatste de vloot zich naar Lorient, aan de overkant van de baai. 

Port Louis
De citadel van Port Louis functioneerde nog wel als belangrijk verdedigingswerk voor de Franse vloot

De volgende dag wordt een mooie windkracht 4 voorspeld in de richting van Belle Ile, waar we graag heen willen. De lijnen gaan dus al vroeg weer los. Eenmaal buiten blijkt er veel meer wind te staan. Het water is ook verrast en bouwt woeste golven op. Het miezert ook een beetje, wat een spooky sfeertje oplevert. De wind komt gelukkig ruim van opzij, wat de lievelingskoers van de Amuse is. Het zoute water stuift over onze boot, maar met 8 tot 9 knopen speren we de goede richting op.

De baai van Lorient is een echt zeilersmekka. Zo is de baai de thuishaven voor veel Imoca’s (de wedstrijdboten die o.a. meedoen aan de Vendee Globe). We zijn dus niet de enigen die plezier hebben hier. Waar Stijn het ene moment staat te stralen doordat we echt voortstuíven, staat ‘ie het volgende moment toch raar te kijken als we worden ingehaald… nee ingevlógen door een enorme trimaran op foils. Het blijkt het vlaggenschip van Banque Populaire te zijn. We schatten in dat die zomaar 35-40 knopen heeft gevaren. Geweldig om van zo dichtbij mee te maken.

We zijn zó overrompeld dat we vergeten dit racemonster zelf te filmen. Dit plaatje van internet geeft een aardige indruk

Omdat we zo hard gaan, zijn we aan het begin van de middag al bij Belle-Île. De wind en de golven vallen weg zodra we de beschutting van het eiland in varen. We besluiten een mooringboei op te pikken net buiten de haven. De dag erop roeien met onze bijboot de haven binnen (even mikken tussen de af en aan varende ferries door). Het dorpje rondom de haven, Le Palais, hebben we met een uurtje wandelen wel verkend. We bekijken meteen even de situatie in de binnenhaven hier in La Palais. Hier op Belle-Île is er net zo’n binnenhaven als op Groix, achter een drempel. We hebben wat verhalen gehoord over deze binnenhaven waardoor we twijfelen of we wel binnen willen liggen. Met grote drukte schijnt het hier hélemaal te worden volgebouwd. Maar eigenlijk valt het nog wel mee met de drukte, vinden we, dus we willen de volgende ochtend met hoog water wel naar binnen.

Uitzicht vanaf onze moringboei op Le Palais
En nog een ander uitzicht

Op de Facebook-pagina van de haven staat een heel gedetailleerd schema. Steeds als het hoog water is, is er ongeveer twee uur tijd om eerst alle vertrekkende boten door het smalle kanaaltje vanuit de binnenhaven naar buiten te loodsen, en vervolgens alle arriverende boten weer naar binnen te loodsen. Wij zijn ’s ochtends de enige boot die naar binnen vaart, nadat er wel heel veel boten naar buiten zijn gekomen. We vinden dus eenvoudig een plekje aan de kade. ’s Avonds – bij het volgende hoogwater – liggen er véél meer boten te wachten om binnen te varen. Het blijkt een twee uur durend schouwspel te zijn, dat we met een koud wijntje onder onze bimini gadeslaan. De havenmeesters vormen in hun ribjes de logistieke masters van de show. Op basis van diepgang, gewenste verblijfsduur, en lengte van de boot wordt er een soort levend Tetris gespeeld, en vult de haven zich van achter naar voor. Dat het smal is, is geen probleem… als je wil draaien, wordt je gewoon geholpen door de havenmeester die zijn ribje tegen de neus van de boot aan zet en de boot zo een pirouette om haar as kan laten maken. Tegen de tijd dat de sluis weer dicht gaat, ligt de haven behoorlijk vol. Ook bij ons liggen er nog twee boten langszij.

De havenmeester die de logistiek regisseert vanuit haar rib

Wat wel fijn is – nu we in de haven liggen – is dat we er weer makkelijk met onze vouwfietsen op uit kunnen. Belle Ile is wat groter dan Groix, dus we trekken er twee dagen met de fiets op uit. Met een stokbrood en een stuk kaas in de rugzak fietsen we de ene dag naar het westen, de andere dag naar het zuiden van het eiland. Dat de bovenbenen ook hier weer op hun falie krijgen, is zeer de moeite waard. Lieflijke weilanden wisselen zich af met dennenbossen, schattige dorpjes en ruige rotskusten. Les Aiguilles de Port-Coton lijken wel iets magisch te hebben, zoals ze uit het water naar boven steken. Claude Monet liet zich aan het eind van de negentiende eeuw zelfs al door deze ‘naalden’ inspireren.

Door passerende elektrofietsers worden we soms meewarig aangekeken
Onze eigen registratie van de Aiguilles (‘naalden’)
En die van Claude Monet in 1886

Inmiddels komen we steeds dichter bij de Golf van Morbihan. Toen we het plan lieten varen om naar Spanje te zeilen, werd dit ons nieuwe mikpunt. De Golf is een soort van binnenzee, vol eilandjes. Ook die vraagt weer om een expeditie! Maar ook daar is timing weer erg belangrijk. Om de Golf binnen te varen moet je door een smalle ingang, waar – alweer – heel veel stroming staat. Kwestie van timen dus. We besluiten om vanuit Belle-Île eerst naar Le Crouesty te varen, een haven om de hoek van de ingang van de Golf. Dat maakt de timing wat makkelijker. Le Crouesty is een mega-haven. Niks charmants aan. Maar wel prima om wat klusjes te doen. Net voor de lunch varen we de haven binnen en een half uurtje later staan er drie machines te draaien, met was die al sinds Cherbourg opgestapeld was. Ons Muusje is ondertussen blij dat Stijn haar bevrijdt van de plakkerige laag zout die ze had opgedaan tijdens het pittige tochtje naar Belle Ile.

De pilot (ons boek met zeiltips) had niets te veel beloofd over de stroming in de Golf van Morbihan. We gaan op weg naar Vannes, dat aan de andere kant van de Golf ligt. Een tochtje van maar 12 mijl. We varen tussen eilandjes door, langs ondieptes, en zien het water overal om ons heen kolken. Beetje opletten dus dat we de juiste route kiezen, maar ondertussen genieten we van alle prachtige uitzichten.

Een van de vele kleine eilandjes in de Golf van Morbihan

Rond hoog water zijn we in Vannes, wat goed uitkomt, want het kanaaltje naar Vannes is behoorlijk ondiep en bevat ook weer een drempel. Rond hoog water zou er precies genoeg water moeten staan zodat wij er met onze bijna 2 meter diepgang doorheen kunnen varen. We zien onze dieptemeter gestaag aftellen… 3 meter – 2,8 meter – 2,6 meter…. Gelukkig niet verder dan 2,3 meter.

De haven van Vannes
Gezelligheid in Vannes
Eén van de vele prachtige straten

Vannes blijkt echt een geweldig leuke stad te zijn. Met ongeveer 55.000 inwoners een net zo grote provinciestad als Houten. Maar dan barstend van de historie. Met veel leuke terrasjes en restaurants, prachtige vakwerkhuizen, en twee keer per week een fantastische markt. Bretagne nodigt ons zeker uit om culinair op expeditie te gaan. Op de markt vinden we artisjokken, kaasjes, worstjes en oesters. We plukken zelf zeekraal. Bretagne is ook beroemd om de lekkerste sardientjes en makreel in blik. Er zijn zelfs gespecialiseerde winkels met alleen maar ingeblikte vis in allerlei smaken. Met al die ingrediënten toveren we elke dag weer lekkers op tafel.

Een aparte markthal helemaal vol vis, schaal- en schelpdieren
We hebben hier al meer oesters geslurpt dan in de rest van ons leven. Hier met zelfgeplukte zeekraal.

Ook op cultureel gebied doet Vannes haar best. De kade om de haven heen bruist. Er is een skatepark, er zijn petanquebanen en er zijn regelmatig optredens. Opvallend daarbij: véél doedelzakken. De Keltische invloeden hier in Bretagne zijn nog erg zichtbaar, niet alleen in de muzikale tradities, maar ook in het lokale Bretonse dialect (dat in onze ogen helemaal niets van het Frans wegheeft). Dat Vannes over een paar weken de ‘grand départ’ van de Tour de France Femmes zal verzorgen, wordt – op zijn Frans – zeker niet onder stoelen of banken gestoken.

Omdat er buiten op Biscaije wat meer wind staat, blijven we lekker een paar dagen hier om van al het moois hier te genieten. We wandelen, doen wat klusjes en Stijn haalt zijn nieuwe SUP-board tevoorschijn, om uit te proberen hier op het rustige kanaaltje.

Stijn lijkt er talent voor te hebben. Binnenkort dus de volgende uitdaging: met golven op zee

Onze vervolgplannen? Na de Golf van Morbihan gaan we eens kijken of we weer wat meer westwaarts kunnen varen. Maar rustig aan…. Zodat we genoeg tijd hebben om verder te genieten en te verkennen!

11 gedachten over “Op expeditie”

  1. Iris van der Zanden

    Jaa zo leuk om te lezen weer! Heel herkenbaar en wat een geweldig leuk stadje he, Vannes! Goede vaart nog en een hele dikke knuffel. Wij gaan nu 3 wk van speeltuin naar speeltuin in Friesland haha. Xx

  2. Weer een leuk verhaal hoor en ja een leuke route, hebben wij ook gevaren. Geniet maar lekker verder.
    Wij zijn nu in Berlijn met onze motorboot Nora, een drammer van 9.35.
    We blijven de zeilboot wel leuker vinden, maar met de mortorboot kom je op andere plekken, groet Bram/Anja van de Tarpan

  3. Mike Keizer

    Hartelijke dank voor jullie enthousiast verhaal. Ik krijg er water van in mijn mond en ook de zeilspieren spannen en ontspannen. Lekker! Ja, Frankrijk heeft qua taal de teugels laten vieren. Diversity. Baskisch, Breton, Occitan, om er een paar te noemen, maar ook Nederlands/Vlaams komt nu op school aan de orde. Vlaams vooral in de aan Belgie grenzende landsdelen. Ik noem Duinkerken en Rijsel = Lille. Helaas is sinds 1900 Maastricht officieel niet meer tweetalig.
    Toen Julius C. Frankrijk veroverde vluchten de Bretonen (Kelten) over het water en heet het eiland aan de overkant van het water nu Bretagne (Groot). Toen de Romeinen besloten Groot Bretagne in te nemen (bewijs Hadrianus Muur) vluchtten de Bretonen terug naar Frankrijk en Galicia in Spanje. Vandaar dat ook daar in Spanje nu vurig wordt gedoedelzakt. Ook Kelten.

    1. Paul en Monique

      Ahoy levensgenieters, wat een beeldende verhalen allemaal weer. En die foto’s kunnen zo in een reisgids! Watertandend zaten we naar de foto met oesterschelpen kijken (Baila ook).
      Tekening van de drempel zelf gemaakt?
      Prachtig allemaal weer! We genieten lekker met jullie mee

  4. Wat leuk !!! Ile de Groix, qui voit Groix voor da croix… dat was de allereerste vakantiebestemming van Lenneke (17!) en mij. Met het Kadettje ; hoe spannend
    Ons tentje stond op de rots aan de kust… romantisch …!!!!
    We wilden naar Belle Ile maar de boot was vol…
    Ook Lorient zijn we toen geweest… sweet memories … liefs en bon voyage! ❤️☀️

  5. Henk de Rijke

    Mooi hoor om zo te lezen hoe jullie slowdown genieten van al het moois om jullie heen. Veel plezier daar en fijn om te lezen hoe het jullie vergaat.

  6. Yvonne & Matthijs

    GENIETEN met hoofdletters!
    Zeilend, dolfijnen, cultureel en culinair: het klinkt weer geweldig!

  7. Stijn en Kerry

    Het is iedere keer weer een klein feestje om jullie blog te lezen. Het voelt dan toch een heel klein beetje alsof ik er zelf bij kan zijn. En de foto’s illustreren het geheel fantastisch. En dan leer ik ook nog wat. Drempels in water? Ik had toch een ander beeld bij een drempel 😉 Ik wens jullie heel veel plezier op jullie verdere avontuur en ik kijk weer uit naar de volgende blog.

  8. De Golf van Morbihan… sweet memories! We waren jaren geleden meermaals in St Gildas de Ruys om te zeilen, te wandelen, kamperen,… de omgeving verkennen, etc We zeilden toen ook naar l’Ile d’Houat op een pittig zeetje. Mooi en rustig plekje (toen in de zomer), met heel wat baaitjes waar je kan ankeren. Wij hingen toen aan een boei bij de haven. En ja, in de golf zelf zagen we ook boten die op volle zeilen achteruit leken te gaan door de sterke tegenstroming. Hou de getijden maar goed in de smiezen daar!

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *