Het was stil hier op onze website. Dat kun je beschouwen als een goed teken… want dan hebben we het te druk met ons vermaken! Vandaag miezert het wat, dus tijd om met terugwerkende kracht onze belevenissen aan het digitale papier toe te vertrouwen!
Na een paar dagen in Vannes zien we een aantal kalme, warme dagen aankomen. De perfecte omstandigheden om de Golf van Morbihan te verkennen. Een prachtig, maar ook wel ingewikkeld stukje vaarwater, vanwege ondieptes en sterke stroming. Vóór vertrek bestuderen we dus welke ankerplekken geschikt voor ons kunnen zijn.


Zo komen we tot een lijstje met vier ankerplekjes die we – op papier – wel zien zitten. We besluiten met de stroom mee van ankerplek naar ankerplek te varen, en ons anker te laten vallen op de eerste plek waar we een goed gevoel bij hebben. De tweede plek waar we langs varen lijkt ons geschikt, dus nog geen uur na vertrek uit Vannes laten we ons anker al vallen naast Ile-aux-Moines. In dat uurtje tijd hebben we wel een complete change of scenery, van de bruisende hectiek van een gezellige provinciestad, naar de privacy en de rust tussen de eilandjes. Bovendien is de warmte veel beter te hebben achter anker, waar altijd een lekker briesje staat.

Over bries gesproken. Terwijl we aan het ankeren zijn, zien we een stukje verderop nog een Nederlandse vlag wapperen. Meteen maar even kijken op de AIS… En jawel hoor, het blijkt de Bries te zijn, één van onze havenbuurtjes uit Lelystad. Wát een toeval! We zien überhaupt weinig Nederlandse boten hier, omdat het voor de meeste Nederlanders te ver varen is voor een doorsnee vakantie. Dat er dan havenbuurtjes in dezelfde baai liggen is wel héél toevallig. Tijd voor een gezellige borrel dus.
Ile-aux-Moines, waar we pal naast liggen, ligt de volgende ochtend uitnodigend naar ons te knipogen. Er is geen haven waar we met de Amuse aan kunnen meren, dus varen we met ons bijbootje naar een ruwe stenen kade toe. Het eiland is groot genoeg om lekker lang te wandelen, en klein genoeg om nauwelijks toeristen aan te trekken. In het dorp lijkt de tijd wel een eeuw stil te hebben gestaan. Het verbaast ons dat Ile-aux-Moines al duizenden jaren bewoond is. Er staan velden met menhirs uit de Neolitische tijd (6.000 – 7.000 jaar geleden). En we wandelen langs een dolmen (een ‘hunebed’). Prachtig, maar ook erg warm, dus heerlijk dat we ’s middags ons eigen zwembad rond te boot hebben.




Ook Ile d’Arz aan de overkant verkennen we. Het is anders, en wat kleiner dan Ile-aux-Moins, maar ook prachtig. In het enige dorpje op het eiland hebben ze een mini supermarché, waar we een verse baguette en een stuk kaas met algen (lokale specialiteit) halen voor een picnic in de schaduw onder wat bomen.




Inmiddels hebben we app contact gehad met Paul en Liek, onze directe havenbuurtjes uit Lelystad. Zij zijn voor onbepaalde tijd vertrokken richting…. Ja waarheen eigenlijk? Daar waar de wind en de zon ze heen brengen. Hoewel ze tegelijkertijd met ons vertrokken zijn uit Nederland, hebben ze een andere route en tempo gevolgd. We hebben ze na Cherbourg niet meer gezien. Nu liggen ze ‘om de hoek’. Als we ze laten weten dat zowel de Bries als wij in een Caribisch aandoend baaitje liggen, sjezen zij ook onze kant op. Wat leuk om ze weer te zien!
Borrel aan boord van de Bries (met dank aan Liek voor de foto)
De volgende dag staat er iets bijzonders op het programma. Op Ile-aux-Moines hebben we eerder namelijk een interessante aankondiging gezien: ‘De Heilige Anna bezoekt de Bretonnen’. Ze (of althans haar beeld) zal per boot het eiland bezoeken waar ze in een processie rondgedragen zal worden. In het gebied rondom de Morbihan blijkt de verering van de heilige Anna diep geworteld in de cultuur. Hoe dat komt? De heilige Anna (de moeder van Maria) is volgens de overlevering ooit verschenen in Auray (nabij de Golf van Morbihan). Tel daarbij op dat Sainte Anne ook nog eens de status heeft als patrones van Bretagne. Dat bij elkaar maakt dat honderdduizenden pelgrims jaarlijks Auray bezoeken. In de aanloop naar haar naamdag op 26 juli gaat Sainte Anne op een soort van tournee door de streek. Een serieuze aangelegenheid.

De volgende dag knorren we dan ook met Paul en Liek naar de kade voor een bijzondere ontmoeting met Sainte Anne. Na een wandeling over het eiland, blijkt Sainte Anne toch wat meer vaart te hebben gemaakt dan we dachten, en al in de kerk aangekomen. We staan in de deuropening naar binnen te gluren, en worden meteen naar binnen gewenkt: Ga daar maar zitten. En zo zitten we ineens in een klein, maar vol kerkje, waar door jong en oud uit volle borst wordt meegezongen in het lokale Bretonse dialect. We verstaan er niks van, maar de sfeer is heel bijzonder. Een jonge meid stopt ons elk een papiertje en een potlood toe. Als we willen mogen we een wens opschrijven en die bij Sainte Anne achterlaten. Na alle perikelen met Stijns gezondheid vorig jaar hoef ik geen seconde na te denken wat ik wens. De emoties overvallen me: al die mensen hier die allemaal op hetzelfde moment hun diepste wensen aan een papiertje toevertrouwen. Dat is te voelen. Dat we hier zo welkom zijn om deelgenoot te zijn van dit ritueel raakt ons.
Maar we zijn in Frankrijk… hoe kan het ook anders dan dat dit alles ook weer eindigt met…. Eten! Letterlijk! De pastoor eindigt de mis zelfs met de woorden “bon appetit”. Op het pleintje achter de kerk worden verse galettes gebakken, en wordt cider geschonken. En ook wij voorbijgangers zijn welkom om mee te genieten. Begeleid door traditionele Bretonse muziek en dans wordt Sainte Anne weer op de schouders gehesen om haar weg te vervolgen.

De tijd kruipt voorbij in de Golf van Morbihan. De wandelingen in de ochtend worden afgewisseld met lome middagen met een boek en een plons. De ultieme vakantiesfeer. Tot de weersvoorspellingen ons dwingen een einde te maken aan dit luilekkerland. Met de voorspelde wind liggen we liever weer in een haven. La Trinité-sur-Mer lijkt ons wel wat. De avond voor vertrek worden we bij Paul en Liek uitgenodigd voor een laatste HELE gezellige borrel. Hun reis gaat vanaf hier verder zuidwaarts. Voor ons begint langzaamaan onze reis terug naar Nederland. Het is een avond met een gouden randje.



De volgende ochtend halen we met een licht katergevoel het anker uit het zand. Ja, die borrel van gisteravond… Maar vooral ook het afscheid van deze plek waar we zó genoten hebben. Van de gezelligheid die we hebben gemaakt met de ‘Lelystadse delegatie’. En het afscheid van Paul en Liek, met wie we de laatste jaren zo’n warm contact hadden!
Tegelijkertijd is er ook weer iets om naar uit te kijken. Want net vandaag lezen we een bijzonder bericht in het nieuws: de menhirs aan de oevers van de Morbihan en in Carnac zijn door de UNESCO toegevoegd aan de Werelderfgoedlijst. De stenen op Ile-aux-Moines hebben we al gezien. En laat Carnac nou om de hoek liggen bij la Trinité, waar we zometeen heen varen. Hoe toevallig!
Eenmaal vastgeknoopt in la Trinité maken wij een prachtige wandeling naar Carnac. Om “die oude stenenmeuk te bekijken”, zoals Stijn grappend zegt. Die ‘meuk’ blijkt hier een kilometerslange strook te zijn waar duizenden menhirs staan, opgesteld in lange rijen. Als we er eenmaal tussen staan is het toch wel erg indrukwekkend. We stellen ons voor hoeveel werk het geweest moet zijn om die menhirs hier duizenden jaren geleden heen te slepen. Ouderwets handwerk. En waarom? De menhirs zijn ouder dan de geschreven geschiedenis in Europa, dus wetenschappers gissen naar de betekenis ervan. Zijn ze neergezet vanuit een ritueel of religieus perspectief? Hebben ze een astronomische functie? Of is het een afbakening van gebied tussen stammen? De exacte functie blijft een mysterie, en dat maakt het heel intrigerend om er tussendoor te lopen.


In Trinité waaien ondertussen de mussen van het dak. Maar ach…. Ook hier vermaken we ons prima. We maken ons op om langzaamaan weer de terugreis in te zetten. Ondertussen ligt letterlijk aan het eind van de steiger de Halle aux Poissons. En laten wij nu net tijd hebben om uitgebreid te kokkerellen met al dat lekkers dat hier uitgestald ligt. Verder is de Tour de France onderweg, en met het internet hier in de haven goed te volgen. Geen straf om op die manier onze terugreis toch nog héél even uit te stellen.



Leuk om jullie verhaal weer verder te lezen en het plezier spat ervan af.
Wij zijn ook op de terugweg naar Nederland.
Zijn nu in Recke, Duitsland. Nog 350 km te gaan. Vanmiddag heerlijk in zwavelbaden gelegen en nu aan een drankje. Groetjes Bram en Anja van de Tarpan, niet meer door ons gezeild, maar door een Duitser, die met haar in de stille oceaan is. Ze gast nog als een speer
Mooie verhalen die bij ons herinneringen op haalt.
Mooie verhalen die bij ons herinneringen op haalt.