De wind eronder

Ruim twee weken geleden hebben we je hier op onze website nog achtergelaten op het meest westelijke puntje van Frankrijk. Maar weet je waar we nu al zijn? Dat bewaren we nog even als cliffhanger tot het eind!

We beginnen dus weer bij dat puntje. Met het ronden van de westkust van Frankrijk nemen we afscheid van Zuid-Bretagne en de Golf van Biskaje. En mentaal starten we aan onze terugreis. We hebben nog steeds ongeveer een maand voordat we uiterlijk terug moeten zijn in Nederland, dus haasten is niet nodig. Tegelijkertijd nemen we ons voor om elk weervenster met goede wind te benutten om noordoostelijk te varen. Liever zeilen dan motoren – ook als dat betekent dat we leuke plekjes moeten overslaan. Het is verleidelijk om nog wat langer in de scharrelmodus te blijven, maar we zouden het allebei jammer vinden als we ons op het einde toch moeten haasten en daardoor minder fijne keuzes moeten maken.

Het idee om van het meest westelijke puntje van Frankrijk naar Zuidwest-Engeland te varen is, met veel wind precies uit de verkeerde richting, niet realistisch. Maar diezelfde noordwestenwind is wél gunstig om wat slagen langs de Franse kust te maken. Ons voornemen om vooral veel mijlen zeilend af te leggen begint dus goed. Tot aan Roscoff maken we een paar mooie lange dagtochten waarbij de motor nauwelijks nodig is.

Tussen Roscoff en Cherbourg ligt nog een prachtig vaargebied: een deel van de noordbretonse kust en de Kanaaleilanden. Op de heenweg sloegen we dit stuk over: “Dat komt op de terugweg wel,” zeiden we. Nu lijkt de wind prima te staan, dus we slaan aan het plannen. Pilot erbij, stroomkaarten erbij, weersvoorspellingen erbij, een route uitgezet op de plotter… et voilà: het plan om naar de Tréguier-rivier te varen ligt klaar.

Totdat we ’s avonds in de laatste voorspellingen ineens een mooi weervenster zien om in één keer naar Cherbourg te varen. Dilemma. Kiezen we voor nog wat langer scharrelen? Of pakken we deze mooie wind alvast, omdat je nooit weet wanneer er weer zo’n kans komt? Met een beetje pijn in het hart – omdat we dit prachtige gebied opnieuw overslaan – houden we vast aan onze strategie. Het plan voor Tréguier gaat overboord. Een tikkeltje weemoedig zwaaien we Bretagne uit. Op naar Normandië.

Afscheid van Roscoff in stijl: met een Kouign aman, een typisch Bretons gebakje

We worden beloond, want de tocht is geweldig. Zeker de nachtwachten zijn magisch. Er staat een prachtig windje, de Amuse heeft het naar haar zin. Er is geen maan en omdat we een flink stuk van de kust weg zijn, is het aardedonker. Maar de lucht is kraakhelder en we worden getrakteerd op een enorme sterrenhemel, compleet met Melkweg. Alsof dat nog niet genoeg is, zien we beiden tijdens onze wacht een paar vallende sterren.

Magisch voelt het. Juist op een nachttocht als deze voel ik me het meest verbonden met de elementen. Waar je overdag alles kunt zien, staan ’s nachts al mijn zintuigen aan. Elk geluid komt binnen, mijn lijf voelt het ritme van de deining, ik voel de wind op mijn huid. Tijdens zo’n nacht voel ik me misschien wel het meest één met de zee en met de Amuse.

Bij het ochtendgloren verschijnen de Kanaaleilanden. We komen perfect uit om de stroming in de Race van Alderney met ons mee te hebben. De wind neemt toe en uiteindelijk speren we met windkracht 6-7 door de Race heen. Gelukkig staan zowel wind als stroom met ons mee. De golven zijn pittig maar te doen. We willen niet weten hoe het hier voelt als wind en stroom tegen elkaar in staan.

De harde wind houdt ons nog twee dagen in Cherbourg, maar dan is het tijd om een nieuw plekje te verkennen: St. Vaast. Niet alleen vanwege de oesters die hier beroemd zijn, maar ook omdat het een charmant haventje schijnt te zijn. Om half vijf ’s ochtends vertrekken we nog in het pikkedonker uit Cherbourg, om de stroom mee te hebben. Bovendien moeten we rond hoogwater aankomen, want ook deze haven ligt achter een drempel. Nog voor half tien ligt de Amuse alweer vast aan de steiger. Omdat het nog koel is, maken we meteen een wandeling naar Fort La Hougue, een paar kilometer verderop. Op de terugweg door het dorp nemen we een vers stokbrood en een dozijn oesters mee voor de lunch. St. Vaast zou voorlopig wel eens de laatste plek kunnen zijn waar oesters gekweekt worden, dus die laten we niet aan ons voorbijgaan.

Tour Vauban la Hougue
De Amuse in de haven van St. Vaast
De havenmonding met op de achtergrond Ile Tatihou

Als er een mooi weervenster verschijnt om in één keer naar Boulogne-sur-Mer te varen, maken we ons daarvoor klaar. Om vroeg te kunnen vertrekken ankeren we de avond tevoren net buiten de haven. Bij zonsopkomst trekken we het anker uit het zand: op naar Boulogne. Au revoir, Normandië!

Ook dit is weer een nachttrip. Gedurende de avond neemt de wind verder toe, en bij de wisseling van mijn naar Stijns wacht zetten we toch maar een rif in het zeil. Niet onze favoriete klus in het donker, maar de bijna volle maan fungeert als nachtlampje. We gaan hard zo! Ons plan om zoveel mogelijk van de terugreis zeilend te doen komt goed uit de verf. In Boulogne maken we een lange wandeling van 18 kilometer langs een riviertje en via oude, kleine gehuchtjes naar Wimille, en vervolgens via Wimereux en de duinen terug naar de stad. Zeer de moeite waard!

Uitzicht over de haven van Boulogne
Gehuchtjes waar de tijd lijkt stil te staan
Wimereux – mooie badplaats tussen de duinen
De eerste moules frites van onze reis aten we in Boulogne. We vonden dat we Frankrijk dan ook maar weer in stijl af moesten sluiten.

Ondertussen houden we het weer in de gaten. Omdat onze terugreis zo voorspoedig gaat, hebben we eigenlijk nog steeds geen haast. Alleen zien we een lange periode met stevige noordenwind aankomen. Niet handig om daar tegenin te varen. Dus opnieuw de keuze: rustig aan doen en hopen op gunstiger wind? Of alvast flinke slagen noordwaarts maken? We kiezen voor dat laatste.

In Boulogne liggen inmiddels veel Nederlandse boten. Iedereen ziet dezelfde voorspellingen. Velen kiezen er – net als wij – voor om zich vóór de noordenwind naar huis te spoeden. In kolonne varen we naar Duinkerke. Zo rustig als het hier in mei nog was, zo druk is het er nu: de steigers liggen drie rijen dik vol, vooral met Nederlanders. Even afkicken, na maanden rustig rondgescharreld te hebben.

Tussen Boulogne en Duinkerke ligt het nauw van Calais, waar je vlak langs de ‘snelweg’ voor de beroepsvaart zeilt
De kade in Duinkerke ’s nachts

De colonne vaart verder, in ons geval naar Blankenberge. Onderweg bellen we de havenmeester om te vragen of er plek is. Met typisch Vlaamse gemoedelijkheid stelt hij ons gerust: “Amai, er is geen plek meer in de gewone haven, maar in de oude haven is er nog wel een plekje voor u.” Als we binnenvaren is de havenmeester al naar huis, maar we worden hartelijk opgevangen door twee vaste gasten. Wat een warm welkom!

Na maanden trouwe dienst wordt het Franse gastenvlaggetje verruild voor het Belgische

We zijn niet eerder in Blankenberge geweest. Hoewel we morgen vroeg op willen, hebben we onze zinnen gezet op één Belgisch pintje. En misschien een garnalenkroketje. Na een tip van onze hulphavenmeester lopen we de boulevard op – of beter gezegd: we worden opgenomen in de slenterende menigte. Het is een zwoele zomeravond, in een van de populairste badplaatsen van België, midden in de zomervakantie. Kilometers lang staan er kraampjes: lavendelproducten uit de Provence (waarom hier?), vapes, alarmsystemen… en ga zo maar door.

De eerste minuten lukt het ons nog om onbevangen te kijken. Maar de prikkels gáán maar door. Elke tien meter klinkt een ander deuntje. De geur van churros (lekker authentiek!) wordt afgewisseld met de geur van warme lijven die best een deo kunnen gebruiken. Na een kwartiertje sjokken hebben we nog steeds geen ‘gewoon Belgisch kroegje’ gevonden. Ten einde raad vraag ik ChatGPT om raad, en die gidst ons naar een pleintje achter de boulevard. Daar drinken we eindelijk een Brugse Zot met een paar bitterballen.

Toch gevonden!

Snel terug naar de Amuse. Na een douche duiken we ons bed in. Stijn slaapt meteen; ik moet altijd even afschakelen na zoveel prikkels, maar vind uiteindelijk ook de slaap. Morgenvroeg gaat de wekker om vijf uur: we hebben nog één dag voor de noordenwind begint, en we willen naar IJmuiden. Van daaruit kunnen we met noordenwind prima Lelystad bereiken. Het betekent wel een hele lange dag varen.

Om zes uur ’s ochtends zeggen we Blankenberge gedag. Op naar IJmuiden. We wisten dat er weinig wind zou staan, maar dat de zeilen al na een paar uur beginnen te klapperen, is wel erg snel. Dan maar het grootzeil naar beneden en de motor aan. De hele dag proberen we het nog: grootzeil omhoog, weer omlaag, genua uit, weer in. Uiteindelijk varen we om half twaalf ’s nachts de haven van IJmuiden binnen.

Zonsondergang op de Noordzee

We hebben weliswaar de wind er flink onder. Maar eigenlijk zijn we wel even klaar met het hoge tempo. Alleen… IJmuiden is niet onze droomlocatie om langer te blijven. Wat dan? Nog wat rondhangen op het Marker- en IJsselmeer? Gek genoeg hebben we, nu we zo dicht bij huis zijn, vooral zin om naar de thuishaven te varen. Wij voelen ons plakkerig, de Amuse zit vol zoute spray, en de stapel was groeit. Dus besluiten we naar Lelystad te gaan om schoon schip te maken. Na nog een dagje brommeren komen we daar aan het eind van de middag aan. Om terug te komen op die cliffhanger van het begin: we zijn dus alweer in Lelystad.

Op de motor over het IJ langs Amsterdam

Inmiddels heeft de Amuse een lekker sopje gehad, ligt alle was weer fris in de kast, zijn we al met een volle auto naar Houten gereden, en hebben we huis en tuin ontdaan van stof, spinnenwebben en woekerplanten. Daarmee zijn we klaar om weer te landen in ons gewone leven.

De laatste week was misschien niet de mooiste. Met de snelheid waarmee we lange dagen en nachten aaneenregen, en de toeristische drukte die ons ineens weer overviel. Maar als we uitzoomen overheerst één gevoel: dankbaarheid. Voor de reis, voor Bretagne, voor de Amuse – en voor het avontuur dat we samen mochten beleven ⛵️. Gelukkig hebben we nog wat dagen over om hier op het IJsselmeer lekker na te genieten van ons prachtige avontuur!

12 gedachten over “De wind eronder”

  1. Mooie trip hoor en lekker relaxed. En tja, de clifhanger. Dat werkt toch niet zo goed. Misschien de volgende keer je AIS uitzetten dan zijn jullie onnavolgbaar. Welkom thuis in warm NL.

    1. Dankjewel, Henk! En voortaan zullen we de AIS speciaal voor jou uitzetten. Dan blijft het een beetje een verrassing waar we zijn

  2. Prachtig beschreven prachtige tocht. Welkom terug! Ik kijk er alweer naar uit om je te zien, in ‘t echt . En voor nu, succes met wennen aan de ‘landbenen’.

  3. Katelijne Rotsaert

    Wat was het fijn om opnieuw jullie omzwervingen te volgen. Mooi voorbeeld keer op keer: have a plan and dance in the moment.

    1. Ik vond het heel jammer dat we maar zo kort de tijd hadden voor de Belgische kust. Jullie borrel bij ons aan boord komt zeker een andere keer!

  4. Hey Yvet!

    Ik was donderdagochtend tot vrijdagochtend in IJmuiden na onze tocht terug uit Thyborøn.

    Hebben we elkaar net mis gelopen?

    Fijn dat jullie zo’n mooie tocht hebben gehad. En zeilen wanneer het kan… goed credo!

    Groet,
    Twan
    a/b Kendu

    1. Dan hebben we elkaar inderdaad misgelopen, Twan! Wij kwamen er donderdagavond laat aan en vertrokken er vrijdag alweer vroeg. Jammer!

  5. Jopie en Co Noordhoek

    Prachtig geschreven “eind” van jullie zeilreis. Jullie troffen het slecht op de boulevard van Blankenberge. Zoveel mensen op de zomermarkt. Ook wij haakten na enkele minuten af. Nu relaxed naar eind augustus. Lieve groet de hulphavenmeester

  6. Hallo Yvet en Krijn,

    ik hoop dat jullie van je tocht genoten hebben. Ik heb genoten van jullie verhalen en in mijn ogen zijn jullie ook met ingeschakelde AIS onnavolgbaar. Waarom “moest” de terugtocht , met de dosis stress, buitenom langs IJmuiden? Waarom hebben jullie bij “Noorde Wind” niet voor de langzamere en rustigere “Staande Mast Route” binnendoor gekozen als toch gemotord moest worden? Of rook het peerd de stal en in volle gallop naar huis? Daarbij de zeeuwse mosselen laten voor wat ze waren en de Brabantse gezelligheid kon ook op het dak gaan zitten? Overigens zonder dat ik mensen voor de schenen wil schoppen.

    Groetjes,
    MikeK

  7. Paul & Monique

    Lieve Stijn en Yvet,
    Ook wij hebben jullie via de AIS gevolgd.
    Zo leuk om te zien waar jullie elke keer weer neerstreken. Wat een heerlijke reis hebben jullie gemaakt in jullie favoriete vakantieland. En zo geweldig om jullie gezellige blog te lezen!
    Welkom thuis en hopelijk gauw ziens!

  8. Freek Langhorst

    Welkom thuis! Na een prachtige vakantie is het altijd even schakelen in de Nederlandse haast. Je bent altijd welkom om nog een keer in ons prachtige Brabant om te chillen. Ik maak dan lekkere Churros voor jullie, doe mijn t-shirt nog een derde dag op rij aan en zet parallel 2 radiozenders aan. Alles voor het ultieme vakantiegevoel. Tot snel ziens 😉

Laat een antwoord achter aan Katelijne Rotsaert Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *