Datca – Mersincik (30 mijl)

Na weer een nachtje (letterlijk en figuurlijk) geëmmer, zijn we toch wel op zoek naar een structurele oplossing voor ons verstopte toilet. Stijn heeft bij de plaatselijke yacht club gisteren al gevraagd of men een oplossing beschikbaar heeft. Er blijkt nog een boot te liggen die hetzelfde probleem heeft en er zou al een soort oplosmiddel onderweg zijn naar de haven in Datca, waar we misschien ook wel wat van mogen gebruiken. We besluiten de levering van het spul niet af te wachten (we hebben om de een of andere reden nog niet het idee dat de Turken per sé heel stipt zijn), maar zelf te kijken of we het probleem kunnen verhelpen. We hebben tenslotte nog tijd, omdat onze buurman (die met zijn anker over dat van ons heen ligt) nog niet vertrokken is.

We proberen eerst de tank aan de bovenkant open te draaien, maar dat lukt niet, zelfs niet nadat Stijn de gereedschapskoffer heeft geraadpleegd voor wat hulpmiddelen. Met de bezemsteel flink in de tank rondpoeren (via de waste afvoer) levert meer op. Getuige de explosieve dampen die om onze boot heen hangen, komt er beweging in de verstopping.

Terwijl wij met ons toiletje bezig zijn, vertrekt de buurman (we weten niet of dat door onze dampen komt), zodat ons anker weer vrijligt. Fijn, dan kunnen wij ook zo weg. Nog geen 5 minuten later (we zijn nog even binnen in de boot bezig) horen we ineens een flinke motor vlakbij. Een groot Turks schip (wel 3 keer groter dan dat van ons) blijkt naast ons aan te leggen. Omdat de kade een beetje in een kommetje loopt, ligt ons anker een flink eind onder zijn boot door. Shit! En nu? Meteen maar even contact gemaakt met de kapitein. Die wuift onze zorgen weg en zegt dat het ons wel moet lukken om weg te varen.  Gelukkig lijkt hij zelf ook aan te voelen dat het niet zo netjes van hem is en biedt ons zijn hulp aan. Hij springt bij ons aan boord om de ankerlier zelf te bedienen en twee van zijn bemanningsleden staan keurig te helpen met grote stootwillen. Na wat geduw en getrek weet de Turkse kapitein uiteindelijk ons anker onder dat van hem vandaan te krijgen, hij heeft dit duidelijk vaker gedaan. We zetten de kapitein nog even op zijn eigen schip af en varen weg.

Er staat een heel rustig windje (6 knopen), maar als we om de landpunt ten zuiden van Datca heen buigen, staat er een vrij constante 10 tot 12 knopen wind. We volgen de kust in noordwestelijke richting, jammergenoeg moeten we de hele weg bijna tegen de wind in, dus we helpen het grootzeil een handje met de motor. Het is gelukkig wel weer een stuk warmer dan gisteren.

 

Rond een uur of 15.00 varen we langs Knidos (het haventje waar we een week eerder ook al waren, maar toen met slecht weer), maar omdat we na de drukke haven van Datca behoefte hebben aan een rustig baaitje waar we met wat privacy voor anker kunnen, besluiten we nog een mijl of 12 door te varen naar Mersincik, een baai die aan de noordkant van het Datca-schiereiland ligt. We hopen bovendien, doordat we een u-bocht om het schiereiland maken, dat we nog een paar uurtjes halve wind / ruime wind hebben, zodat we de laatste paar uurtjes alleen op de zeilen kunnen varen.

Zodra we de bocht omgaan, hebben we inderdaad voldoende wind om nog even lekker op de zeilen te varen. We zien van een afstandje nog wat gekrioel in het water, en glijden zilvergrijze ruggen langs het oppervlak. Dolfijnen? We weten het niet.

In Mersincik gaan we rond 16.30 uur voor anker. Er staat nog een kleine 10 knopen aan wind, maar de baai is lekker rustig. We zwemmen nog even en douchen achterop de boot. ’s Avonds wordt het wat onrustiger in de baai. Er ontstaat een aardige golfslag en gek genoeg liggen we daar dwars op (wellicht een sterke stroming?). Dat betekent dat de boot lekker ligt te rollen. Yvet is er een beetje dizzy van, dus al snel nadat we gegeten hebben (rijst met gebakken paprika, ui, knoflook en köftes), gaan we slapen.

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *