Jah mon!

Mornin mon! Respect mon! Bless mon! Jah mon! All good mon! Ev’rything allright mon! Onze eerste wandeling door Port Antonio lijkt wel een spoedcursus Jamaicaanse begroetingen. Veel mensen hier spreken je even aan, geven je een hand, een vuistje of als de handen vol zijn een elleboogbump. Met een glimlach op het gezicht. Hun taal, Patois (een mix van Engels, Afrikaans, Spaans en Portugees), is soms best lastig te verstaan, maar de vriendelijkheid straalt er vanaf! Wat voelt het hier welkom. De enige uitzondering die ik hierop kan bedenken is eigenlijk in de Marina, waar we zijn geland om in te klaren. De Marina is mooi aangelegd, maar hapt hongerig in ons budget. Het baliepersoneel is wat nors, ze piepelen ons met de prijs van de diesel die we nodig hebben en als ze vernemen dat we (voornamelijk om voorgaande redenen) maar één nachtje zullen blijven, vloeit het resterende beetje hartelijkheid geheel weg. Wij verruilen de Marina dus graag voor East Harbor, een prima ankerplek om de hoek. We droppen ons anker in de modder en liggen met een prachtig uitzicht op Port Antonio en de machtige Blue Mountains. Heerlijk ook die frisse bries die ’s avonds uit de bergen komt. Het koelt hier af naar begin 20 graden, dat hebben we al heel lang niet meer gehad. We trekken ’s nachts zelfs een dekentje over ons heen!

 

Port Antonio ligt prachtig aan de kust…

 

…met op de achtergrond de Blue Mountains

 

Rastaman Oliver (vooral in zijn hart overigens, want de dreads heeft ‘ie niet meer) van het Survival Beach Restaurant ontvangt ons met onze dinghy graag op zijn aangeharkte zandstandje. Prima om aan wal te landen. De domino spelende vrienden van Oliver houden je dinghy en boot wel in de gaten hoor! We wandelen van hieruit zo langs de kust naar het centrum van Port Antonio. Ook daar weer overal Jamaicanen die ons vriendelijk toelachen. Jah mon! Het pad is versierd met een mengelmoes van kleurrijke kleine levensmiddelen- en fruitstalletjes, barretjes met schallende reggae, dancehall en ska decibellen, voorbij rijdende auto’s met nog méér decibellen en rokende olievaten omgebouwd naar BBQ. Als ik hier kip was zou ik mijn toekomst somber inzien want de hoeveelheid heerlijk geurende Jerk kippetjes op die olievaten is echt ongelooflijk. Het water loopt me continu in de mond…

 

Bij kletsmajoor Oliver moet je zijn voor verse sapjes, een Red Stripe biertje…

 

… de dagelijkse domino competitie …

 

…en om je dinghy veilig achter te laten. Je trekt hem makkelijk het strandje op

 

Om een stevig muziekje zit je niet snel verlegen

 

We smikkelen van onze verse jerk kip met een gemberbiertje met uitzicht over East Harbor

 

In Port Antonio is het een gezellige hustle-and-bustle. Vroeger was dit de bananen-hoofdstad van de Caribbean, nu komen de bananen van overal, en is er een leuke provinciale stad overgebleven. Een gezellige markt waar we heerlijke groenten en fruit kunnen kopen. Sinds tijden weer lekkere grapefruits, mango’s, en een nieuw experiment voor ons: sorrel. Hoe aardig die mensen hier zijn blijkt wel uit het feit dat we binnen een half uur van wel zes verschillende mensen advies krijgen over hoe we het moeten klaarmaken. We vinden de Coronation bakkerij, waar ze de hele dag door kraakvers Gratto brood (heerlijk zacht scheurbrood) en Spice buns (kruidkoek) verkopen. Kleingrutters bieden vanuit winkelwagentjes of zelfbouw bolderkarren hun waren aan. Natuurlijk is overal Jerk te krijgen én een andere Jamaicaanse lekkernij: de patty. Dat zijn pasteitjes met pittig vlees erin. Wij zijn niet te beroerd om vergelijkend warenonderzoek te doen dus proeven we ze bij Juicy en bij Tastee, met de laatste als onze winnaar 😋.

 

Lokale verse fruit en groente in overvloed

 

Sorrel, gember, limoenrasp, nachtje laten staan… klaar!

 

Vanuit Port Antonio maken we samen met Summerwindjes Floor en Casper een prachtige wandeling naar de Rio Grande. Het is hier groen, groen en nog eens groen. Bananen, mango’s, papaya, ackee, passievrucht, guave, het groeit hier allemaal. Dat Jamaicanen niet gewend zijn aan een stevige wandeling blijkt wel als we de éne na de andere taxi die ons voorbij komt afslaan. Vaak met een onbegrijpelijk gezicht van de chauffeur als we zeggen dat we juist wíllen wandelen (heen in ieder geval 😉). Onderweg zingt een wildvreemde man ons ‘One Love’ toe. Respect mon! Dat we na een goede tien kilometer hiken naar Berrydale bij een toeristische attractie terecht zijn gekomen blijkt wel uit de vele persoonlijke aanbiedingen die we krijgen om te raften, eten of een drankje te doen op een floating bar. Er zijn geen andere toeristen, dus de mannen duiken op ons (figuurlijk dan). Tussen de verschillende mannen (familie notabene) wordt zelfs ruzie gemaakt over wie er met ons mag praten om zijn diensten te verkopen… Dat loopt na wat gemok en wat geroep over en weer gelukkig met een sisser af en we kunnen gewoon lekker rustig met onze voeten in het frisse rivierwater genieten van dit vredige plekje.

 

Groen, zo ver als je kunt kijken

 

Tropische lianen

 

Over de Rio Grande is zelfs een veerdienst… per bamboevlot

 

Tijdens een hoosbui, ja, het regent hier regelmatig, schuilen we bij rastabar Sista’ Mariana onder een afdak begroeid met canabisplanten. We raken in gesprek over de rastafaria, hun geloof, hun gebruiken. Dat het roken van ganja (canabis) oorspronkelijk is bedoeld om te helpen met mediteren en te communiceren met god. Afgaand op de geuren op straat onderhouden de rasta’s hun geloof zéér regelmatig. Bless mon!

Omdat de jerk ons prima smaakt, móeten we natuurlijk op ontdekkingstocht naar de bakermat van deze gekruide delicatesse. En dan moeten we naar Boston Bay, aan de oostkust van Jamaica. Hier bevindt zich hét epicentrum van de jerk. Op traditionele wijze worden hier de kippetjes, biggetjes en kalfjes rijkelijk ingewreven met kruiden en op takken van onder andere koffie- en laurierplanten langzaam gegaard totdat ze sappig en mals zijn. Slow cooking op z’n best.

 

Op weg naar Boston Bay komen we langs mooie stukken van de Jamaicaanse noordoostkust

 

Jerk wordt hier op traditionele wijze langzaam gegaard op en onder hout, waarvan de aroma’s ook in het vlees trekken

 

We eten er gepoft broodfruit als groente bij

 

Hoe leuk we deze stad en de omgeving ook vinden, het wordt tijd om door te gaan. Vanwege de harde noordelijke winden die worden voorspeld (‘Northerlies’) en ook omdat we een beetje rekening moeten houden met planning de komende maanden. Viel daar het ‘p’-woord? Yep, we gaan er niet spastisch over doen, maar met –gevoelsmatig – onbeperkt blijven hangen op één plek gaan we onszelf in de vingers snijden als we ook nog Cuba, Haïti, Dominicaanse Republiek en Puerto Rico willen bezoeken de komende 3 maanden. Onze volgende bestemming wordt Bowden Harbor, aan de zuidoostkant van Jamaica. Een voor de Northerlies goed beschutte baai én een prima plek van waaruit we over land naar Kingston kunnen. Na een dagje (motor)zeilen droppen we ons anker in de baai. Bijzonder is dat hier ook de kustwacht is gevestigd. Ook al hebben we in Port Antonio een vrije cruising-permit gekregen om zonder douane strubbelingen te mogen baaihoppen, wordt het wel gewaardeerd als je in de buurt bent van autoriteiten, jezelf even te melden. Dat doen we dus braaf, alleen weten deze mannen zich geen raad met ons. Ze leggen hun machinegeweren even aan de kant, hijsen zich in hun uniformen, starten de 900 paardenkrachten achter hun rib en komen langszij. We gaan ervan uit dat ze op onze boot willen rondsnuffelen. Even kijken of we geen smokkelwaar aan boord hebben. Maar als ze eenmaal aan de Amuse hebben vastgeknoopt, willen ze helemaal niet aan boord komen. Nee, we worden bij hèn aan boord gevraagd om toch nog wat formulieren in te vullen. In onze ogen hadden we dat net ook prima aan wal kunnen doen, toen we er toch waren. Maar ach, wie zijn wij om te oordelen over de Jamaicaanse procedures. Bovendien zal het uitje naar onze boot best een welkome afwisseling zijn van het kaartspel dat de rest van de dag wordt gespeeld door de heren. Na wat waarschuwingen over krokodillen in het water stuiven deze aardige mannen er weer vandoor. Op een haar na met ons zonnepaneel als hun nieuwe spoiler…

 

 

We liggen in Bowden Harbor voor de neus van de kustwacht

 

De baai is goed beschut, toch waait er wel eens een boompje om

 

Een flink contrast met Port Antonio, deze plek. In de middle of nowhere, zeegeruis in plaats van Jamaicaanse muziek, alleen een klein dorpje aan de andere kant van de baai. En met prima vervoer naar Kingston, waar het Bob Marley museum hoog op onze verlanglijst staat. Gezien de vele berichten over criminaliteit in de hoofdstad van Jamaica, willen we daar niet met de Amuse naartoe. We gaan dus over de weg.

Voor dag en dauw pakken we een route-taxi naar Morant Bay. Er zijn nog net twee kleine plekjes voor ons vrij. Oh nee, er moet toch nog een derde bij. Beetje bij elkaar op schoot, past best. We zitten tussen de schoolkinderen die in hun oh-zo keurige uniformpjes nog wat slaperig uit de ogen kijken. Vanuit Morant Bay gaat een grotere bus naar Kingston. Ongeveer formaat Nederlandse buurtbus, met dat verschil dat er hier gewoon 40 man in worden gepropt. De meneer bij de deur geeft zelfs instructies gebaseerd op bilpartijomvang waar je moet gaan zitten, zodat het allemaal gaat passen. De bus vertrekt pas als ‘ie helemaal mudjevol zit. Ondertussen zien sjacheraars buiten de bus hun kans waar om door de open raampjes sinaasappels en water te verkopen aan de mensen in de bus. Als we vertrekken, zitten we lekker stevig ingeklemd, en dat is maar goed ook. Jamaicanen hebben geen haast, behalve in de auto. Onze chauffeur weet het gaspedaal prima te vinden. De radio speelt gospelmuziek, op de rij achter ons wordt lekker meegezongen. Leuk sfeertje! Vlot zijn we dan in Kingston, waar we voor de laatste etappe naar het Bob Marley museum een taxi nemen.

Het museum, gevestigd in Bob’s voormalige woonhuis, is leuk om er sfeer te proeven. We krijgen een kijkje in zijn levensloop en vele muzieksuccessen. We wisten bijvoorbeeld niet dat Bob op zijn 36e 12 kinderen had. ‘One love’ blijkt een bijzonder productief motto te zijn 😉. De rondleiding blijft wat oppervlakkig, we hadden bijvoorbeeld wel verwacht dat er meer uit de doeken werd gedaan over de achtergronden bij zijn muziek en wat hij heeft betekend voor de gemeenschap. Al met al hadden we het niet willen missen. En hebben we (h)eerlijke bakkies beroemde Blue Mountain koffie gedronken.

 

One love!

 

In zijn optrekje aan Old Hope Road had Bob ook een studio waar hij veel van zijn muziek opnam

 

Een aantal van Bob’s zonen maakt ook reggae muziek

 

We toppen onze trip naar Kingston af met gescharrel door downtown. Hier ook weer die bedrijvigheid die we al eerder in Port Antonio zagen, alleen dan keer tien. Nog meer handel, nog meer geluid, nog meer mensen. Tijdens onze lunch komen verkopers van TV-antennes, schuursponsjes, baby drinkflesjes, alfabetposters en lucifers gewoon aan tafel om hun waar te presenteren. We doen nog wat kleine inkopen die we wél nodig hadden en wringen ons weer in de bus terug. En welja, dit keer passen er nog twee extra bij :-).

 

Levendige handel rondom downtown Orangestreet in Kingston

 

Af en toe gekleurde gebouwen tussen veel rauw beton in Kingston

 

Eenmaal terug op de Amuse zijn we, vol van alle indrukken, behoorlijk gaar en snel toe aan ons nestje voor een lekkere nachtrust. Die wordt ons ook gegund, totdat rond 3.00 ’s nachts de wind behoorlijk opsteekt. Als ik mijn hoofd even naar buiten steek, zie ik een andere boot dichterbij komen. Eerst denk ik nog met m’n slaperige hoofd, hé, varen zij nou vooruit? Maar een moment later krijg ik door dat wíj aan het krabben zijn! Snel trommel ik Yvet uit haar bed en halen we het anker op. Kennelijk lag het anker niet goed. We ankeren opnieuw, en nog eens en nog eens. Het anker houdt op geen van de plekken goed. Kak zeg, dat is de eerste keer dat ons anker niet houdt. Op een hele andere plek ankeren we nog een keer, geven veel ketting uit en dan liggen we eindelijk weer helemaal vast. Overdag nog maar een beetje slaap inhalen dan.

Maar ook de ochtend blijft spannend. Er is een (onbewoonde) boot op drift die al op ramkoers lag van eerst de catamaran voor ons, en nu vlot frontaal op de Amuse afkomt. Met vereende krachten van andere zeilers en de aangesnelde kustwacht lukt het om schade te voorkomen en de spookboot naar een andere plek te brengen, ver weg van de andere boten, en daar opnieuw te ankeren. Hopelijk ligt ‘ie daar wél goed. Mocht de eigenaar ooit opduiken, zal hij wel wat verder naar zijn boot moeten roeien. En voor ons tijd voor een sorrel sapje met een plakje spice bun! Relax mon!

6 gedachten over “Jah mon!”

  1. Wat een stel bofkonten zijn jullie. Heerlijk jullie verhalen. Wat voor ons lastig is dat het voor ons een bewondering is om te zien hoe jullie genieten. Maar als je het niet beleefd ( en wie wil dat niet ) dan wordt het wel wat lastig om de goede toon te vinden om te reageren. Weet dat wij het geweldig waarderen dat jullie zoveel moete doen om ons op de hoogte te houden…. Hier zitten we inmiddels in de kou en over 7 weken gaan we weer varen. Gelukkig hebben we met nieuwjaar nog lekker gevaren in de kou. Graag tot de volgende keer. Hartelijke groet Ad Akkerman

    1. Wat leuk dat jullie zo genieten van onze verhalen. Zo zijn jullie toch nog een beetje op ‘jullie’ boot erbij, toch?

  2. Leuk mon!

    Wij volgen jullie verhalen altijd met in ons achterhoofd dat wij daar ook nog zullen komen. De tips en weetjes worden dus ook opgeslagen.
    Veel plezier verder, op zee en op land.
    Groetjes van de crew van SY ASHA

  3. En hebben jullie het geheim van de kok gevonden van de jerk kip?
    Ben toch wel benieuwd welke kruiden ze daarvoor gebruiken.
    Op naar het volgende geheim van een andere kok.
    Veul plezeeeeeeeeeerrr

    1. We hebben in elk geval wel een zakje jerkkruiden gekocht Bianca. Het is een mix van allerlei verschillende kruiden en specerijen. Elke kok maakt zijn eigen mengsel. De belangrijkste ingrediënten zijn piment en pepers, verder kan er vanalles in zitten: kruidnagel, kaneel, bosui, nootmuskaat, tijm, knoflook, bruine suiker, knoflook en zout. De meningen zijn verdeeld of het mengsel droog ingewreven moeten worden, of dat het vlees gemarineerd moet worden. Traditioneel wordt het dan langzaam gegaard, tussen houten planken van koffie- en laurierbomen, die hun smaak afgeven. Maar we hebben het ook vaak gegeten van een gewone barbecue. Ook niks mis mee!

  4. Hi
    Klinkt goed daar, zon, muziek , lekker eten en goed gezelschap en omgeving. Varen de summerwindjes nog met jullie mee? Wij zijn lekker aan het genieten op de tarpan in la palma. Wandelen , relaxen, sociolizen enz enz enz. Deze week hebben we bezoek van mijn zus en een autootje onder onze kont. Veel plezier daar en al ze er zijn doe de swtjes ook de groeten van ons b en a

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *