Knidos – Dirsek (32 mijl)

’s Ochtends om 8.00 uur – het brood komt net uit de oven – waait het nog steeds enorm hard (ongeveer 30 knopen). We besluiten net dat we het vandaag gewoon even aankijken, we liggen tenslotte veilig aan de jetty, als er opnieuw rumoer ontstaat op de jetty. De jettyman is totaal gestressed en wij raden dat hij bezorgd is om zijn jetty, die zou wel eens kapot gedrukt kunnen worden in het geweld van alle boten die eraan liggen. We hebben tenslotte in de pilot gelezen dat de jetty regelmatig kapot is en opnieuw gerepareerd moet worden.

Vroeg de haven uit gestuurd, op naar onvoorspelbaar weer…

De jettyman begint tegen alle boten aan de jetty zenuwachtig te roepen dat we weg moeten: “now, because the wind will be even stronger in one hour!” Hij begint zelfs onze spring al los te knopen. Ho even! We zijn nog helemaal niet klaar voor vertrek. Veel boten voor ons op de jetty vertrekken wel al. Na hun vertrek zien we dat het wel degelijk ernst is: de jetty is al kapot en de tweede helft hangt er een beetje losjes bij. Wij maken ons dus ook klaar voor vertrek. Snel onze reddingsvesten aan, life lines klaargelegd, alles binnen en buiten gereed gemaakt voor vertrek, en toen toch maar de trossen losgegooid. Was nog best even ploeteren om weg te komen, want we lagen een beetje aan lager wal. Maar goed. De haven uit en op de motor tegen de enorme golven in die ons tegemoet kwamen. En tegen 30 knopen bulderende wind (uitschieters tot 36 knopen!) in. Waar gaan we eigenlijk heen? Geen idee nog. Eerst maar eens zien onszelf tegen de bulderende golven en wind in te manoeuvreren en gewoon de eerder uitgevaren jachtjes achterna. Bijkomend voordeel is dat we de hele dag de tijd hebben, omdat we zo vroeg de haven uit zijn gestuurd.

Ons ontbijt hebben we in de tussentijd nog niet gehad en in deze omstandigheden zien we het niet zitten om binnen in een stoempende boot onze boterhammetjes te smeren. In plaats daarvan proppen we – heel functioneel – een paar Sultana’s naar binnen.

Het blijkt goed te zijn dat we de life lines hebben klaargelegd… Na een half uur waait onze fok steeds iets verder uit en zit in de knoop (zul je net zien). Als we niets doen waait de fok met deze wind helemaal kapot. Stijn dus met life lines naar de boeg en de fok in elk geval vastgeknoopt. De golven waren zo hoog dat de punt na elke golf een flinke sloot water hapte, dus Stijn kwam doorweekt weer terug de kuip in. Later die dag realiseren we ons dat we die dag op adrenaline hebben geleefd. We hebben beiden schrammen, butsen, blauwe plekken en spierpijn, maar die merken we pas in de avond op.

Inmiddels hebben we op de kaart gekeken waar we beschutting kunnen vinden. Ergens voor anker liggen is sowieso geen optie, en jetties of marina’s zijn hier dunbezaaid. Bovendien zijn vrijwel alle haventjes aan de zuidkust van Datca open aan de zuidkant, en dat is met deze zuiderwind geen optie. De enige optie die binnen een paar uur te bereiken is, is Palamut, maar de Pilot geeft aan dat de binnenkomst af te raden is in slecht weer. We besluiten er in elk geval langs te varen, en ter plekke te bekijken of het weer geschikt is om binnen te varen. Een tweede optie is om door te varen naar de overkant: de zuidkant van Hisarönu Korfezi. Daar liggen een paar baaien goed beschut tegen de zuiderwind en heeft één van die baaien ook een jetty.

Als we rond het middaguur langs Palamut komen, is de wind welliswaar even een paar knopen ingezakt, maar nog steeds rond de 25 knopen. Niet verstandig om daar nu binnen te varen, besluiten we. Wel geeft het ons gelegenheid om een boterham te smeren en op te eten. Wat smaakt dat goed. We rekenen uit dat we met onze huidige snelheid rond een uur of 15.00 de baai van Dirsek moeten kunnen bereiken. Inmiddels is de wind weer aangetrokken tot 30 knopen gemiddeld. We wisselen elkaar af achter het roer, want het is hard werken zo. Van 8.30 tot 15.00 uur tegen hoge golven en harde wind inbeuken is een lange dag. We zuchten dan ook van opluchting als we de baai uiteindelijk bereiken. We zien in de baai dat de jetty al erg vol ligt en dat er ook nog een stuk of vier jachten wachten op een plek. Dat schiet niet op, maar omdat we hier beschut liggen, kiezen we ervoor om te ankeren met een lange landvast naar de kant. Niet lang nadat we geankerd hebben, is de wind helemaal ingezakt. Die avond kijken we met verbazing naar het wateroppervlak dat er als een spiegeltje bij ligt, alsof er nooit iets is gebeurd.

Rustige zonsondergang in Dirsek

We eten ’s avonds de Köfte die we een paar dagen geleden hebben gekocht, met rijst en gebakken courgette, ui en paprika. Hoe lekker dat smaakt na zo’n dag! We slapen om 20.30 uur al als een blok, want we zijn kapot na een nacht nauwelijks te hebben geslapen en vervolgens een dag op adrenaline te hebben geleefd. De nacht verloopt rustig. Om ons heen zijn de hele nacht wel wat flitsen van onweer zichtbaar, maar daar hebben we geen last van.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *