Scharrelen

De lucht is grijs, de haven nog stil, maar wij staan te stuiteren! Eindelijk – het moment waarop we al dagen wachten – trekken we de lijnen los en varen we weg uit Cherbourg. Na ruim twee weken voelt het toch een beetje als afscheid nemen. We weten inmiddels waar hier de lekkerste baguettes gebakken worden, en waar de lekkerste glace wordt verkocht (in smaakjes als gezouten caramel, en gegrilde appel met cider).

En toch kunnen we niet wachten om ook weer nieuwe plekken te verkennen. Het blijft gek om te merken dat je op hetzelfde moment én al heimwee kunt hebben naar een plek die je nog gaat verlaten én niet kunt wachten om er te vertrekken.

Ons doel is een lange ruk naar het zuidwesten te maken. De Britse kanaaleilanden laten we ditmaal links (en rechts) liggen. Omdat de reis tot nu toe vrij langzaam gaat, hebben we ons grove reisplan inmiddels bijgesteld. Van veel mensen onderweg horen we dat de Zuidbretonse kust echt prachtig is. Spanje, ons oorspronkelijke plan, zou inmiddels een haastklus worden. In plaats daarvan willen we lekker de tijd nemen om te scharrelen in Zuid-Bretagne.

Al snel na het vertrek uit Cherbourg storten we ons in de ‘Race van Alderney’; hier staat één van de sterkste stromingen van Europa. Vandaag stroomt het water hier met een snelheid van 6,5 knoop doorheen, genoeg om ons met dubbele snelheid vooruit te jagen… of ons genadeloos achteruit te duwen. We hebben natuurlijk gemikt op het eerste en speren inderdaad tussen de draaikolken door.

Na een nachtje doorvaren, landen we ’s ochtends in Roscoff, in Noord-Bretagne. Van daaruit staan steeds dagtochtjes op het programma. Eerst l’Aber Wrac’h. Van een eerder bezoek herinneren we ons vooral een mistig en grijs landschap. Nu varen we met een stralende zon de rivier op, tussen een spectaculaire rotspartijen door. We blijven er een paar dagen en maken een paar geweldige wandelingen langs de ruwe kust hier. Echt fantastisch!

Roscoff
Zicht op de haven van Roscoff
Wandeling rondom het schiereiland van Sainte-Marguerite bij l’Aber Wrac’h
Met 15 km in de benen zijn galettes met cidre verdiend
Lastig kiezen uit alle mooie foto’s
Er zijn verschillende plaatsen hier langs de kust die zichzelf hét oesterparadijs noemen. Zo ook l’Aber Wrac’h. De oesterfarms liggen hier aan de overkant van de rivier. Dat moeten we testen natuurlijk!
Verser dan dit krijg je ze niet!

Op de volgende stop, bij Camaret-sûr-Mer, gooien we voor het eerst deze reis ons anker uit, net buiten de haven. Wat keken we daar weer naar uit! We pompen ons bijbootje op en varen daarmee alsnog naar de haven, want op de AIS heb ik gezien dat oud-collega Harm – die 3 jaar met zijn gezin heeft gezeild – net in de haven is geland. Leuk om hem na een jaar of 18 weer te ontmoeten en verhalen uit te wisselen.

Voor anker met zicht op de haven van Camaret

De volgende dag gaan we weer verder. De Raz du Sein moet gerond worden en daar is het weer mooi voor. De Raz is berucht, en in de pilot (boek met allerlei zeiltips) staat dat we de Raz eigenlijk precies op de kentering moeten ronden. Ze raden zelfs aan niet een half uurtje te vroeg of te laat te zijn. Omdat er allemaal vispotjes om ons heen liggen in Camaret, die in het donker amper te zien zijn, durven we pas te vertrekken als de schemering rond half 6 inzet. Uiteindelijk zijn we daarmee een uur ‘te laat’ voor de Raz. De kentering is al ingezet, maar het weer is enorm rustig en de stroom staat mee. We durven het dus wel aan. Uiteindelijk surfen we met 9,5 knoop langs het beruchte westelijke puntje van Frankrijk.

Inmiddels is – net als in Nederland – de zomer hier vol ingezet. Waar ik de laatste nachttocht van Cherbourg naar Roscoff nog ingepakt was in thermo-ondergoed, flanellen pyjamabroek, zeilpak en -laarzen, muts en skihandschoenen, bestaan de laagjes nu vooral uit Factor 50. In de baai van Sainte-Evette vinden we opnieuw een ankerplekje, uitkijkend op een prachtig, slaperig strand.

Het is onmogelijk om hier niet in vakantiesferen te komen
Wandeling van Sainte Evette naar Audièrne

Het weer blijft prachtig om verder te varen, dus de volgende dag vertrekken we op weg naar Lesconil. Weer met het eerste daglicht. Het heeft iets heel bijzonders om nog onder de maan weg te varen, en langzaam de zon aan de horizon op te zien komen. En dat er dan ook nog – tot drie keer toe – een grote groep dolfijnen met ons mee komt zwemmen, is echt magisch!

Vroeg uit de veren bij Sainte Evette

Dolfijnen onderweg naar Lesconil

 

Lesconil is een heel klein haventje, maar we passen er – omdat we vroeg zijn – nog prima in. Onze Franse havenbuurman kent het gebied op zijn duimpje en deelt de ene tip na de andere. Zie je wel dat het een goede keuze is om meer tijd uit te trekken voor de Bretonse zuidkust? De eerste tip die we opvolgen is om te ankeren bij Îles de Glénan, een groepje mini-eilandjes en rotsen. Het is dat we weten dat het voor de kust van Concarneau ligt. Anders hadden we echt geloofd dat we spontaan naar de Carieb waren geteleporteerd.

Het piepkleine oude vissershaventje van Lesconil
Fietstochtje vanuit Lesconil
Caribische Îles de Glénan, met in de verte ergens de Amuse

We roeien met ons bijbootje naar het witte strand en struinen over het eiland. Eenmaal terug op de Amuse zijn we zo oververhit dat we wel een duikje durven maken in het water. Hoewel het water er Caribisch azuurblauw uitziet, is de temperatuur met 18°C verre van tropisch. Even doorzetten en dan is het toch wel lekker. Meteen maar even de groene baard die inmiddels onder de Amuse groeide verwijderd. Volgens Stijn “scheelt dat met weinig wind mínimaal 2 knopen in snelheid”.

Voor diegenen die denken dat wij alleen maar lui op vakantie zijn: de volgende dag halen we – alwéér – het anker uit het witte zand nog vóór de zon opkomt. Want hoewel we nu even geen rekening hoeven te houden met de stroming, hebben we wél een andere missie: Het is deze ochtend markt in Concarneau, een kleine 10 mijl verderop. En die willen we niet aan onze neus voorbij laten gaan. Om 9.00 knopen we vast aan de steiger en een half uurtje later lopen we de markt al op. Héél veel kraampjes met héél veel lekkers! Tegen lunchtijd zit de koelkast van de Amuse stampvol, en zitten wij met een vers gegrild kippetje in de kuip. Na de lunch meteen maar in de benen, anders groeien we nog dicht hier. Concarneau heeft gelukkig genoeg te ontdekken. Er is een oude ommuurde binnenstad op een eiland – ‘la Ville Close’. En ondanks dat het toeristisch wordt uitgebuit, is het niet moeilijk voor te stellen hoe het er hier in de middeleeuwen aan toe ging.

Zonsopkomst boven les Îles de Glénan
Uitzicht op de haven van Concarneau vanaf la VIlle Close
La Ville Close: de ommuurde binnenstad van Concarneau op een eiland

De komende weken blijven we lekker rondscharrelen in Zuid-Bretagne. We horen over ruwe kusten, mooie eilandjes en prachtige dorpjes. En we kijken ernaar uit om de wind gewoon maar een beetje te volgen hier.

10 gedachten over “Scharrelen”

  1. Ja! Eens heel wat anders culinairs. Tjonge, 2 weken had ik het in Cherbourg nooit uitgehouden. Ik hoop dat het jullie goed gaat en veel plezier hebben. De Europese karrieben en 18 graden is toch wel heel aangenaam te noemen. Geniet er van en ben voorzichtig. Veel liefs.

  2. Wist je dat Les Glénans, dé Franse zeilschool met een oorspronkelijk heel bijzonder missie, werd opgericht in de Glénan archipel? Ik heb met hen 2x Les Pluri’elles gezeild, 50 vrouwen van allerlei pluimage op 10 boten in regatta… Een aanrader!
    Geniet van Bretagne!

    1. Wat leuk, Mirya! Ik wist niet dat jij regatta’s hebt gevaren met Les Glénans. We hebben inderdaad al tientallen boten van Les Glénans hier zien varen en wisten dat het de meeste gerenommeerde zeilschool van Frankrijk was. Door jouw opmerking ben ik in de historie gedoken, en die is inderdaad heel bijzonder!

      Een samenvatting van wat ik daarover vond (voor degenen die meelezen….):
      Les Glénans is een van de bekendste en invloedrijkste zeilscholen van Europa, opgericht in 1947 door Philippe en Hélène Viannay, beiden voormalige leden van het Franse verzet tijdens WO II. De school werd opgericht op les Îles de Glénan, een eilandengroep voor de kust van Zuid-Bretagne. De initiatiefnemers wilden aanvankelijk een hersteloord creëren voor jonge verzetsstrijders die door de oorlog getraumatiseerd waren en van wie de studie of het leven was onderbroken. Ze boden deze jongeren een plek voor herstel, zingeving en wederopbouw. In de eerste jaren draaide het om sport, koken en het opbouwen van een gemeenschap. Zeilen kwam pas later in beeld, toen bleek dat het kamp bevoorraad moest worden per boot en de deelnemers de vaardigheden moesten leren om deze boten te bedienen.
      De organisatie streeft ernaar zeilen toegankelijk te maken voor iedereen, ongeacht achtergrond of financiële middelen. Nog steeds is het belangrijk voor deze zeilschool om mensen hun eigen verantwoordelijkheid te laten nemen.

      Dank voor het delen, Mirya!

  3. Ad Akkerman

    Toch wel gaaf om de Centurion zo weer te zien. Geweldig dat jullie er zo blij mee zijn. Lieve groetjes vanaf de Grevelingen waar het voor jullie allemaal begon. Ad

  4. Heerlijk mee lezen en reizen op jullie ontdekkings- en verwonderingstocht. Ik geniet mee!

    En goed om te weten dat daar fijne, leuke en kleine havens zijn. ⛵️

  5. René en Truus

    Wat heerlijk te lezen dat jullie weer zo enorm genieten. En voor ons -overjarige landrotten- is dit een ware ‘tour nostalgique’! De fotoalbums erbij van de jaren dat wij met ons sleurhutje Bretagne afstruinden, nu samen met jullie verhalen en beelden…een feest der herkenning! Dus wij genieten weer volop mee!!! Blijf maar lekker scharrelen daar.
    Liefs, XXX

  6. Paul en Monique

    Dat is weer prachtig beschreven. Lijkt wel of we stiekem mee varen met de Amuse en deze bijzondere plekjes aan doen. En wat een waanzinnig mooie plaatjes schieten jullie. Over het eten hebben we het maar even niet.
    Levensgenieters…… geniet maar verder…. Het is jullie zoooo gegund!

Laat een antwoord achter aan Rutger Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *