Strik erom

“Plop….!” Met het geluid van de overwinning schieten we de kurk van onze fles bubbels de oceaan in. De oceaan die wij net bedwongen hebben. Nog geen half uurtje nadat we ons anker hebben laten vallen bij Iles du Salut, zitten we moe, opgelucht en vol adrenaline aan ons glaasje bubbels te nippen. Na 2,5 week oceaan voelt deze plek nog onwerkelijk aan. Eindelijk geen golven meer (alleen een beetje gewiebel van de deining die om het eiland heen krult), eindelijk landgeluiden (zoals het ruisen van de palmbomen) en niemand die het stuurwiel hoeft vast te houden 😉

De afgelopen dagen hebben we onze slaap redelijk ingehaald en hebben we letterlijk en figuurlijk weer schoon schip gemaakt… We liggen hier nu bijna vijf dagen voor anker en hebben vooral veel gerommeld op de boot. Slapen zo lang als we willen (en ook tegelijkertijd in één bed), weer wat uitgebreider koken (al worden de mogelijkheden beperkt door de flink geslonken voorraad)… We hadden er echt even behoefte aan. We moesten de onwerkelijkheid langzaam weer werkelijkheid laten worden. Tijdens de oversteek leefden we zó met de dag, dat het nu echt even een paar dagen duurt voor we op de reis in z’n geheel kunnen terugblikken. Toch is de behoefte om er een ‘strik’ omheen te doen groot. In deze blog doen we – misschien wel méér voor onszelf dan voor jullie – een poging te beschrijven wat we in de achteruitkijkspiegel zien.

 

Omstandigheden

De oversteek die wij gedaan hebben, staat bekend als een relatief ‘eenvoudige’ oceaanoversteek. De passaatwind staat hier normaal uit een constante richting (noordoosten), en blaast tussen de 4 en 6 Beaufort. Het grootste deel van de overtocht heeft de passaatwind zich keurig aan de boekjes gehouden, alleen de laatste vijf dagen ging de wind regelmatig haar boekje te buiten met windkracht 7, die ook de golven navenant opstuwde. Bovendien waren de laatste dagen wat onrustiger, omdat er met name ’s nachts vrij veel squalls (tropische regenbuien) overtrokken. Onder zo’n wolk hangt dan veel extra wind. Even aanpoten, maar meestal duurt het maar een paar minuten. We hebben geen moment het gevoel gehad dat de omstandigheden gevaarlijk waren. De combinatie met langdurig zelf sturen was fysiek echter wel erg zwaar.

 

Zelf sturen

Hebben wij deze overtocht als een makkie ervaren? De laatste vijf dagen zeker niet! Het feit dat de stuurautomaat op dag 13 kapot ging, heeft de grootste impact gehad op de beleving van onze oversteek. Vreemd genoeg bleven we allebei heel rustig op het moment dat we constateerden dat de stuurautomaat niet meer werkte. Stijn heeft uiteraard meteen gecheckt of de oorzaak eenvoudig te verhelpen was, maar dat bleek niet het geval. “Ok, dan gaan we de rest van de tocht zelf sturen.” Vanaf het moment dat de stuurautomaat kapot ging, hebben we 4,5 dag zelf gestuurd. We wisselden elkaar af en terwijl de één stuurde, probeerde de ander wat te slapen.

We realiseerden ons dat rust de grootste uitdaging zou zijn en hebben ons ritme daar direct op aangepast: alles wat tijd van onze slaaptijd afsnoepte, hebben we geschrapt. We zijn bijvoorbeeld overgestapt op eenvoudige, maar voedzame maaltijden om daarmee kook- en afwastijd te besparen. Niet meer gezellig een paar uurtjes samen in de kuip zitten kletsen over de belangrijke en minder belangrijke zaken in het leven… maar slapen. Geen boekje lezen…. maar slapen. Meestal probeerden we het sturen een uurtje of 2 vol te houden, zodat de ander – na aftrek van wat tijd om te plassen, te wassen en te eten – ook nog wat tijd overhield om te slapen. Soms was het echter zo pittig, dat ik Stijn al na een uurtje weer wakker moest maken om me af te lossen. Gelukkig was het ‘alleen maar’ zwaar, en hebben we ons geen moment bang of onveilig gevoeld. Met name ’s nachts was een snoep-bekertje naast het stuur, gevuld met dropjes of winegums een hele fijne traktatie om een beetje energiek te blijven en de moraal hoog te houden (zeker voor Stijn). Goed dat we daarvan dus een noodvoorraadje op allerhande plekken in de boot hadden aangelegd, die nu dus danig is uitgedund.

 

Slapen

Slapen klinkt overigens simpel, maar is nog wel een verhaal apart. Tijdens nachtelijke tochten slapen we niet in ons eigen bed vóór in de punt van de boot. Dat komt omdat de voorkant van de boot flink op en neer beweegt op de golven. Het midden van de boot ligt wat stabieler op de golven. Overigens lig je daar ook nog steeds van links naar rechts te rollen. Om die reden hebben wij een zogenaamd slingerbed ingericht op één van de banken van de zithoek. Een zeiltje dat ervoor gespannen is, zorgt dat je niet uit het bed valt. De boot fungeert als klankkast voor alle geluiden van buiten: een golf die een dreun tegen de zijkant geeft, het gieren van de wind langs de verstaging, klapperende vallen binnenin de mast, het ‘werken’ van de houten betimmering aan de binnenkant van de boot. Je ligt dus in een hels kabaal van links naar rechts te slingeren in je bed, terwijl je verwoed probeert in slaap te komen. Vooral de laatste dagen, wanneer de slaapbeurten erg kort zijn, levert de wetenschap dat ik mijn slaap wel erg hard nodig heb en dat ik zo snel mogelijk in slaap moet zien te komen, zoveel druk op dat ik maar amper slaap.

De eennalaatste ochtend – na opnieuw aan slapeloze slaapbeurt – sta ik te trillen op mijn benen. Mijn armen zijn lam en in één hand heb ik bijna geen kracht meer. De verwerking van beeld in mijn hersenen loopt achter op de beweging van mijn ogen. Dit gaat zo niet. Ik ben kapot. Ik weet niet waar ik de energie vandaan moet halen om het stuurwiel over te nemen. Zo rustig als ik op dat moment kan, maak ik door mijn tranen heen duidelijk dat we zo niet door kunnen. Als ik voorstel om bij te gaan liggen (‘stil’ te gaan liggen), zie ik dat dat voor Stijn een enorme knauw oplevert. Begrijpelijk. Hij is wel moe, maar zit er zeker niet doorheen en leeft in het blije vooruitzicht dat we ‘morgen’ al bij onze bestemming aan gaan komen. En dan stel ik voor om even op de rem te trappen en onze aankomst misschien wel een dagje te vertragen. Gelukkig ziet hij snel dat het mij menens is, en realiseert hij zich dat de tocht nog te ver is voor hem om het alleen op te knappen. Nog een half uurtje later liggen we bij en voel ik mezelf ontspannen. Ik ben zó opgelucht dat ik het stuurwiel even niet hoef over te nemen! Hoewel het me nog steeds niet lukt om te slapen, knap ik enorm op van de ontspannen situatie. Na een uurtje of 7 voel ik me fit genoeg om door te varen; Wat een verschil!

 

Zolang de stuurautomaat werkte, waren de nachtwachten heel relaxed. Lekker met de pootjes op de bank met een boekje, of staren naar de sterren

 

Eten en drinken

Er zijn wel eens mensen geweest die zich zorgen maakten over het aandeel van eten en drinken in onze blogs. Eten speelt inderdaad een behoorlijk grote rol bij alle ontdekkingen tijdens onze reis. Ook tijdens de oversteek hebben we vrijwel elke dag met smaak gegeten. Vrijwel tot het einde van de tocht hadden we verse groenten en fruit aan boord. We hebben in verhouding wel vrij veel variaties met kool en pompoen gegeten:

  • Koolsalade met nootjes, pittige dressing en stukjes worst
  • Wrap met curry-kool
  • Bami met roergebakken kool
  • Couscous met pompoen op z’n Marokkaans (met Ras el Hanout, noten en dadels)
  • Pasta met gebakken pompoen en Provençaalse kruiden
  • Wrap met curry van pompoen, tomaat en cashewnoten
  • Curry van pompoen, met couscous
  • Tortilla van aardappel, pompoen en chorizo (in de vorm van roerei 😉 )

Zoals je ziet zijn wraps en couscous favoriet. Wraps kun je werkelijk met alles vullen en je hoeft niet in de weer met pannen met kokend water om pasta of rijst te bereiden. Zo ook couscous, alleen wat kokend water erbij om te laten wellen en na een paar minuten klaar. Praktisch en lekker.

We drinken vooral veel water tijdens de overtocht, aangevuld met thee. We hebben ook wat blikjes frisdrank bij ons, maar die drinken we nauwelijks. Koffie hebben we niet gedronken, omdat dat zeeziekte schijnt aan te wakkeren.

Heel veel varianten met wraps

 

Zeedieren

Voor we vertrokken was ik bang dat we misschien wel ergens een walvis zouden storen in zijn slaap. In werkelijkheid hebben we geen enkele walvis gezien. Zelfs de dolfijnen leken liever niet midden op de oceaan te vertoeven. De dolfijnen díe we hebben gezien, zagen er weer anders uit dan de grijze dolfijnen die we eerder vaak zagen. Zo zagen we op de oceaan een donkere, bijna zwarte variant. En ook een grijze variant met haast een wat roze buik en een kort, gedrongen achterlijfje. Om de een of andere reden deden ze me een beetje aan varkentjes denken. Dat heb ik ze trouwens maar niet verteld, bang dat ik ze zou beledigen.

Wat we wèl veel gezien hebben, zijn vliegende vissen. Overdag zagen we ze vaak in hele zwermen over de golven vliegen, om meters verderop weer in het water te duiken. ’s Nachts landden ze een paar keer op het dek, één keer zelfs na tussenstop tegen Stijns hoofd.

Vliegende vissen landden met name ’s nachts op het dek

 

En inktvissen blijken ook te kunnen vliegen

 

Wij samen

Als je me vraagt wat ik het gaafste vind van deze oversteek, dan is dat hoe we dit weer samen als één team geflikt hebben. Ik vind echt dat we een topteam zijn. Waar ik het meest trots op ben, is dat we het echt sámen doen. Zelfs in zware omstandigheden. Dat we juist dán ervoor zorgen dat we niet in traditionele rolpatronen vervallen. Zo heeft Stijn nog wel eens de neiging om problemen voor mij op te lossen en heb ik nog wel eens de neiging om bij problemen op Stijn te leunen. Maar als het erop aankomt, zetten we allebei die rol overboord. Ik neem mijn volle verantwoordelijkheid en Stijn láát mij die verantwoordelijkheid nemen. Ik vind dat zó cool!

Wat ook fijn is, is dat we de moraal samen hoog konden houden. Als de een even een rotbui had, kon de ander weer oppeppen. En andersom.

 

De Amuse

Onze band met de Amuse is alleen maar sterker geworden. Zij heeft zich ontzettend goed gehouden in omstandigheden die toch echt wel pittig waren. Bovendien hebben we door 4,5 dag zelf te sturen nog véél meer gevoel bij hoe de boot zich gedraagt in bepaalde omstandigheden. We hebben een rotsvast vertrouwen in de boot en hebben ons geen moment onveilig gevoeld.

Je merkt wel dat zo’n tocht ook voor de boot zwaar is. Vooral schavielen (doorschaven) van vallen en grootzeil (tegen de zalingen en verstaging) is iets waar je scherp op moet blijven. Af en toe de vallen iets verzetten, een kous erom, zeil iets vlakker of juist boller stellen is aan de orde van de dag om het zoveel mogelijk tegen te gaan. Ook roest werkelijk alles aan dek en worden schoten en lijnen enorm stug door de zoute omgeving. Een regenbui die alles goed schoonspoelt hebben we pas weer gehad hier in Frans Guyana, maar onderweg, zelfs tijdens squalls, niet meer dan wat drupjes.

We zijn verder héél blij met de Watt&Sea hydrogenerator die ons met continu gebruik van de stuurautomaat méér dan genoeg energie leverde. De zonnepanelen hebben we eigenlijk nauwelijks hoeven te richten voor optimale opbrengst omdat de hydrogenerator het alleen aankon. Alleen de wiervelden waar we doorheen voeren en de planten die daarmee in de propeller van de hydrogenerator kwamen, waren af en toe lastig. Maar als we genoeg snelheid hadden gingen die er na verloop van tijd door het geschommel van de boot weer uit.

Een grote overkomende golf heeft één van de zonnepanelen uit zijn frame dat aan de zee-railing is gemonteerd gedrukt, vervormd en de toplaag vernield. Kijken of we dat nog kunnen repareren en of het paneel nog voldoende energie oplevert voor achter ons anker (wanneer we het wél nodig hebben). Het maakte ons nog maar eens bewust van het geweld dat de oceaan is.

De watervoorraad van 400l in de tanks plus 200l drinkwater in flessen is voor ons méér dan voldoende gebleken. Oké dan, douchen op rantsoen (als het sowieso al mogelijk was met de bewegende boot, vaak werd het boenen met een washandje) en relatief weinig koffie/thee, eenvoudig koken, kleine afwasjes en geen handwas doen helpt allemaal mee. Maar we hebben geen moment het gevoel gehad dat we op moesten letten.

Ook zijn we heel blij dat we van de 396 uur die we hebben gevaren er maar liefst 390 hebben kunnen zeilen! Soms met vol tuig, meestal enigszins of stevig gereefd. Alleen de eerste paar uurtjes Banjul uit en het laatste uurtje rondom de Iles du Salut hebben we de motor hoeven te gebruiken. Van de 240l dieselvoorraad is zodoende bijna alles nog aan boord. Het is tenslotte een zeilboot 🙂

 

Tijd

De tijd speelt vreemde spelletjes met ons. Ik schreef er eerder over, in mijn blog over kairos en chronos. De eerste dagen van de reis lijken eindeloos te duren. Al die mijlen die we nog te gaan hebben, lijken maar nauwelijks af te nemen. Alles aan boord kost veel moeite en ik ben me daar mentaal nog lekker tegen aan het verzetten, waardoor de tijd alleen maar langzamer gaat. Het keerpunt komt voor mij halverwege (een moment dat we vieren met een zelfgebakken brood!). Vanaf dat moment lijkt de tijd te versnellen. Eindelijk kunnen we gaan aftellen. Vanaf het moment dat we zelf moeten sturen, verandert de beleving van tijd weer. Ik kijk de klok uurtje voor uurtje vooruit. Terugkijkend lijkt het laatste deel het langste deel van de reis (terwijl dit in werkelijkheid maar een kwart van de reis was).

Naar aanleiding van één van onze blogs vroeg Esther zich nog af hoe we met tijdzones om zijn gegaan tijdens de tocht. Inderdaad hebben we onze klok in totaal 3 uur terug moeten zetten gedurende de reis. Eigenlijk heeft de kloktijd weinig invloed gehad tijdens onze overtocht: we hebben met name geleefd naar ons bioritme. Dat de zonsopkomst en – ondergang elke dag een beetje vervroegen, merk je eigenlijk alleen als je naar de klok kijkt. Voor mijn gevoel zijn de verschillen zo klein, dat je lijf daar heel natuurlijk mee omgaat. Het verzetten van de klok was niet meer dan een praktische bijkomstigheid.  Heel anders dan wanneer je met het vliegtuig ineens drie tijdzones verder wordt neergekwakt.

Het effect dat dit ene brood op onze moraal heeft, is onvoorstelbaar!

 

Afstand tot het land

Op onze website stelde Twan een vraag die me bezig hield: “Zorgt het zo regelmatig bloggen er niet voor dat je minder loskomt van het landleven dan zou kunnen (en je misschien zou wensen)?” Juist door die vraag werd ik me ervan bewust dat ik juist helemaal niet los wil komen van het landleven. Het oversteken van de oceaan is nooit een doel op zich geweest, maar een middel om nieuw land te kunnen ontdekken.

En daarmee voel ik me juist helemaal niet los van het landleven. Sterker nog: ik voel me – zo ver van iedereen die me lief is – juist extra verbonden met hen. Onder een donkere sterrenhemel denk ik lang na over de mensen die me dierbaar zijn. Gek eigenlijk: in Nederland leefde ik mijn leven en ging er soms een behoorlijke tijd zonder contact overheen. Ik beloof mezelf dat ik vanaf nu juist in nóg meer verbinding met die mensen zal leven.

 

Mooie zonsondergangen zetten aan tot mijmeren!

 

Mentaal

Dat deze tocht mentaal de grootste beproeving was tot nu toe, is me wel duidelijk.

Voor mij is het rotste moment het besef op de eennalaatste ochtend dat het zo niet verder kan. Op dat moment bedenk ik ook dat ik écht niet nog eens zo’n grote oversteek ga maken. Stijns rotste moment zit ‘m – gek genoeg – niet in het moment dat de stuurautomaat het begeeft, maar in een kom dampende noedelsoep die door een grote golf op z’n kop in de gootsteen belandt. Ook al is dat praktisch gezien maar klein leed, maar op dát moment zo irritant omdat het je met de neus op de feiten drukt dat je continu oplettend moet zijn, je alles met beleid moet doen, de teugels niet even kunt laten vieren. En dat er omstandigheden zijn die je niet in de hand hebt.

Gelukkig zijn er ook heel veel mooie momenten. Met name de eerste 13 dagen genieten we erg van hoe het gaat. Mooie zonsopkomsten en zonsondergangen. Mijmeren onder donkere sterrenhemels. Filosofische en creatieve gedachten de vrije loop laten. De lieve berichtjes die we ontvangen. Gek genoeg genieten we van de laatste dagen toch ook best regelmatig. Het stoere gevoel van achter het roer van een surfende boot te staan. De Amuse lijkt wel een galopperend paard (hoewel ik dat niet zeker weet, want ik heb nog nooit op een galopperend paard gezeten). Het trotse gevoel van het samen te cheffen. En dan natuurlijk het moment dat er land in zicht is: met geen pen te beschrijven!

Of we het nog eens zouden doen? Ja! Mijn geheugen is blijkbaar kort, want ik ben alweer vergeten waarom ik zo’n oversteek niet nog eens wil maken. Stijn en ik gaan samen de Amuse weer gewoon terug naar Nederland varen! Ooit. Maar eerst lekker genieten van de nieuwe wereld die klaar ligt om door ons ontdekt te worden!

 

Land in zicht!!!

 

In beeld

9 gedachten over “Strik erom”

  1. Anita Rommelse

    Geweldig! Super knap en indrukwekkend om te lezen. En heel fijn dat jullie veilig de overkant hebben bereikt!

  2. Anja en Bram

    Hi,
    Mooi verhaal yvette en blijf lekker genieten en ontdekken wat zo’n reis met je doet. Hier alles kits, zijn weer thuis op de ark en vinden het fijn. Weer mag wat beter. In oktober naar la palma terug om de Tarpan weer in onze armen te sluiten voor een maandje en in januari en februari nogmaals. Ze staat goed op de kant in Tazacorte.
    Dikke knuffel

  3. Sanne & Sjaak & Amy ❤️

    Wauw wat een prachtige terugblik op jullie oversteek. Geweldig om te lezen!!!! Superstoer hoe jullie dit echt samen doen! En hoe jullie omgaan met tegenslag.
    Chapeau!!!!
    Heel veel liefs!

  4. Wat weer een heerlijk pakkend verhaal, Yvet. Ik vind jullie op dit moment de grootste bikkels die ik ken! Fijn om te lezen dat jullie veilig aan de overkant zijn aangekomen en super dat jullie ons landrotten zo goed op de hoogte houden. Geniet van het nieuwe continent.

  5. Martijn, Aileen en Amelie

    Wow wat heb ik genoten van jullie blog en wat superstoer dat jullie dit zijn gaan doen en dan ook gewoon de oceaan overgestoken zijn met zijn tweeen. Ben helemaal onder de indruk van jullie mooie verhalen en in het bijzonder van het nieuw aangemeten kapsel van Stijn, de vindingrijkheid met de magnetische velden, het brood bakken midden op de oceaan en het 4 dagen lang onafgebroken sturen. Chapeau! Vanaf nu ben ik vast volger van dit blog.

  6. Mooi Yvet, fijn om zo mee te kunnen leven met jullie. Indrukwekkend. Ik heb jullie route met douwe actief gevolgd op zijn wereldbol/globe, meteen educatief. We hopen natuurlijk nog steeds dat jullie ook naar Kiribati varen 😉 hugz

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *