Niets is onmogelijk

Niets is onmogelijk. Dat blijkt maar weer. Morgen vertrekken we uit Gambia om de Atlantische Oceaan over te steken. Vorig jaar had ik dat nog niet voor mogelijk gehouden. Tegelijkertijd hield ik het ook niet voor ónmogelijk. We wisten het gewoon nog niet. Voor sommige zeilers is het oversteken van de oceaan (of soms zelfs meerdere oceanen) een doel op zich om te vertrekken met hun zeilboot. Voor ons is het oversteken van de oceaan nooit een doel geweest. We wilden leren, ontdekken, proeven, genieten…. De overzeese gebieden in Zuid- en Midden-Amerika oefenden wel hun aantrekkingskracht op ons uit. Maar oversteken leek toen nog héél ver weg. Iets wat weggelegd was voor échte helden. Eerst maar eens een eind varen en ervaring opdoen. En dan maar eens zien of we onszelf er klaar voor gaan vinden. De afgelopen 9 maanden is het oversteken van de oceaan bijna ongemerkt geslonken van een enorm grote, onneembare hobbel naar een klein spannend bultje. De aantrekkingskracht van Midden-Amerika is vele malen groter geworden dan de angst voor de oceaan. We gaan dus. En wel morgen. Het plan is om eerst naar Frans Guyana te varen en daarna naar buurland Suriname. Inmiddels weten we dat Stijns broer Roel ons daar samen met vrouw en kids komt bezoeken eind april, en daar verheugen we ons enorm op!

Nadat we half februari bij Lamin Lodge terugkwamen van onze tocht over de Gambia-rivier, hadden we het plan om binnen een paar dagen te beginnen aan de oversteek. De weken ervoor hebben we regelmatig de weersvoorspellingen in de gaten gehouden en telkens zien we een stabiele passaatwind van oost naar west, keurig zoals dat hoort in deze tijd van het jaar. Nu we willen vertrekken en in detail de weerkaartjes bestuderen, laten die ineens echter een ander beeld zien. De passaatwind is zoek, en daarvoor in de plaats is er een heel groot gebied met windstilte gekomen. Zoals we eerder al schreven: te veel wind is lastig, maar te weinig wind is helemáál niks. Je wordt dan een soort van badeendje op de golven, alles klappert en het leven aan boord wordt héél oncomfortabel. Dan wachten we maar even op meer wind.

 

Windverwachting in knopen. Liefst hebben we minimaal 18 knopen wind.

 

Hier in de kreek bij Lamin Lodge is wachten geen straf. Lamin Lodge is in de jaren ’80 opgezet door een Duitse zeiler die hier bleef plakken. Het bestaat uit een restaurant, gebouwd van boomstammen en planken. De lodge is overdag een populaire bestemming voor toeristen die vanuit de lodge boottochtjes maken in piroques en eten in het restaurant. Voor de ongeveer 50 zeilboten die Gambia jaarlijks aandoen, is de kreek bij Lamin Lodge vrijwel zonder uitzondering de uitvalsbasis om Gambia verder te verkennen. Veel zeilers – wij ook – blijven na aankomst in Gambia een aantal dagen in deze kreek voor anker liggen om bij te komen van hun tocht en opnieuw te bevoorraden. In de tijd dat wij hier zijn, liggen er met ons nog zo’n 4 zeilboten die op doorreis zijn. Daarnaast liggen er nog zo’n 15 boten voor langere tijd. Sommige ervan zijn bewoond, maar er zijn ook wat boten bij die inmiddels een drijvende duiventil zijn geworden. Eén van de redenen dat het verblijf in deze kreek zo relaxed is, is het feit dat er een aantal lokale jongens (zogenaamde boatboys) handig inspeelt op de behoefte van de westerse boten. Tegen betaling van wat Dalasi’s zorgen zij ’s ochtends voor vers brood, halen ze op verzoek met de ezelkar water of diesel in het dorp, of regelen ze een taxi om inkopen te doen in een naburige stad. Bovendien kunnen we af en toe met de dinghy bij het restaurant aanmeren voor een lekkere Domodah (kip of rundvlees met pindasaus) of verse vis. Hoewel de faciliteiten hier nog steeds niet te vergelijken zijn met Europa, voelt het als zó veel luxer dan onze tocht op de rivier.

De wind blijft verstoppertje spelen, maar wij werken de eerste dagen stug door in de Afrikaanse hitte om de boot klaar te hebben voor vertrek. Mócht de wind ineens weer terug zijn, dan kunnen we ook meteen vertrekken. We ontdoen de katrollen, de blokken, de mast en de verstaging van korsten zout met Saharazand, we controleren de zeilen, plegen onderhoud aan de motor, checken en kuisen het onderwaterschip (het water is hier weliswaar modderig, maar heerlijk op zwemtemperatuur), controleren de schroef en de anodes en maken wat handigheidjes om snel en veilig de zeilen zó te kunnen zetten dat we optimaal van de passaatwind gebruik kunnen maken. We schakelen Henri – één van de boatboys – in om onze watertanks weer te vullen. Hij haalt 300 liter water in jerrycans op een ezelkar, laadt het in zijn piroque, roeit het naar onze boot toe en helpt ons om de tanks te vullen. Het water komt uit één van de standing pipes in het dorp. De locals – en zelfs sommige zeilers – drinken het gewoon. Omdat er een vaag organisch luchtje aan zit, durven wij het toch niet aan om ervan te drinken. We gebruiken het wel om ons te wassen, tanden te poetsen, te koken en thee en koffie van te maken.

 

Water halen per ezel

 

Verder doen we – stel namelijk dat er mórgen al wind staat – boodschappen zodat we elk gewenst moment kunnen vertrekken. Dat doen we met een taxi. In Nederland maken we nooit gebruik van een taxi, maar hier is het – ook voor locals – de normaalste zaak van de wereld. En bovendien heel veel goedkoper dan in Nederland. De taxi zit bij terugkomst propvol met vers fruit en verse groente, een volle gasfles en héél veel flessen met drinkwater. We willen als het even kan aan de overkant landen op één van de eilandjes vóór de kust van Frans Guyana en daar schijnt niets verkrijgbaar te zijn. We moeten in Gambia dus voldoende inkopen om het niet alleen op de oceaan, maar ook aan de overkant een tijdje uit te kunnen zingen met onze voorraden. De waterverkoper vindt het een fantastische mop dat wij Afrikaans water kopen om in Zuid-Amerika op te kunnen drinken. Een aardige Gambiaan brengt onze boodschappen met de kruiwagen van de taxi naar onze bijboot en na een paar keer heen en weer varen hebben we alles op de Amuse gesjouwd. We wassen al het fruit en de groenten zorgvuldig in water met een scheutje chloor, om eventueel ongedierte kwijt te raken. Verder verwijderen we alles van papier (denk aan de wikkels om blikken) en karton (bijvoorbeeld eierdoosjes), omdat dat geliefde plekken schijnen te zijn voor kakkerlakken om eitjes in te leggen.

 

BooTschappen

 

Als alle klussen gedaan zijn en we ontzettend klaar zijn om te vertrekken, is de wind nog verder afgenomen op de route naar de overkant. Bovendien hangt er ten westen van de Canarische Eilanden (bijna 2000 km noordelijker) erg slecht weer met wèl heel veel wind, wat precies op de route die wij moeten nemen voor een enorm gebied met hoge golven gaat zorgen. Het wordt er dus niet beter op. Voorlopig ziet het er nog niet naar uit dat we kunnen vertrekken. Nou hebben we eerder meegemaakt dat het weer ons langer vasthield dan we wilden, en dat leverde meestal wel een domper in de sfeer aan boord op. Deze keer is het anders. We blijven gewoon wat langer van Gambia genieten. Misschien zijn we wel besmet met de relaxte sfeer hier in Gambia. Go with the flow gaat ons in elk geval heel erg goed af hier.

 

Golfverwachting in meters

 

Het is tijdens onze reis nog niet vaak voorgekomen dat we een vakantiegevoel hebben, maar hier lijkt het er wel verdacht veel op 😉. We maken allerlei leuke uitstapjes. Zo gaan we per bush taxi naar de craft market in Brikama. Zowel openbaar vervoer als privé auto’s zijn schaars in Gambia. Het verkeer bestaat daarom voor het grootste deel uit groene taxi’s (wat luxer en duurder en vooral gericht op de toeristen), gele taxi’s (de goedkope versie) en bush taxi’s. De bush taxi’s zijn busjes – meestal onverwoestbare Toyota-busjes – die een vaste route rijden. Als je mee wil rijden, hoef je maar langs de kant van de weg te gaan staan. Meestal duurt het niet langer dan 10 seconden voor er zo’n busje voor je neus stopt. Je kunt uitstappen waar je maar wil – zolang het maar op de vaste route is. In elk busje zit één chauffeur en één jongen die de financiën regelt. De rest van het busje is gevuld met passagiers. Er lijkt een systeem te zijn met zones: per zone betaal je 5 Dalasi (€ 0,10). Wij stappen in en het ritje naar Brikama (20 minuten verderop) blijkt maar liefst 10 Dalasi per persoon te kosten. Het busje delen we dan wel met 14 andere mensen… past best! Wel erg leuk om te reizen zoals de Gambianen doen en bovendien heel eenvoudig!

 

Op het moment dat je denkt dat ‘ie vol zit, passen er gerust nog 2 mensen bij!

 

De craft market is een plek met zo’n 50 stalletjes vol toeristensouvenirs van hout. Voor de stalletjes zitten houtbewerkers die van stukken hout prachtige nijlpaarden, olifanten, giraffen, maskers, sieraden en schalen maken. Wij hebben niet zoveel interesse in de eindproducten – we hebben toch geen ruimte op de boot om iets mee te nemen, en bovendien distantiëren we ons graag van de roodverbrande toeristen die hier houten olifanten kopen terwijl ze waarschijnlijk niet eens weten dat die niet voorkomen in Gambia. Maar we vinden het wel prachtig om het ambacht te aanschouwen. En zowel wij als de marktkooplui vinden het leuk om gesprekken te voeren die verder gaan dan ‘Come have a look in my shop, I give you good price’.

 

Hier worden vrijwel alle Gambiaanse souvenirs gemaakt

 

Met de bush taxi gaan we tussendoor ook nog naar het politiebureau in Banjulinding. We hadden oorspronkelijk het plan om 2 tot 3 weken in Gambia te blijven, maar inmiddels verstrijkt onze 4-weekse permit al bijna. Bij het politiebureau schijnen we onze toegestane verblijfsduur te kunnen verlengen. Dat blijkt hier inderdaad vrij eenvoudig te regelen te zijn, hoewel de financiële afhandeling net zo ondoorzichtig en willekeurig lijkt als bij het inklaarproces eerder in Banjul.

Met de Franse Michel, Marie en hun zoontje Timothé gaan we een ochtend naar de Kachikaly Crocodile Pool in Bakau. Het is precies wat de naam zegt: een vijver met krokodillen. Er liggen zelfs een paar krokodillen die we mogen aanraken. We hopen maar dat het waar is dat ze net gevoerd zijn, zoals één van de verzorgers zegt. Wel indrukwekkende beesten! ’s Avonds worden we uitgenodigd voor l’apéritif op de catamaran van Michel en Marie. Zoals het echte Fransen betaamd, wordt er koude Pastis geschonken. Heerlijk!

 

 

Een andere dag trekken we erop uit met onze bijboot om de kreek verder te verkennen. Met behulp van een geprint kaartje van Google Maps met wat waypoints dat we mogen lenen van Fred en Caroline van de Pegasus gaan we op zoek naar de Big Tree.Na wat zoeken vinden we uiteindelijk de nauwe ingang door de mangroven. Via een soort van natuurlijke tunnel door de begroeiing vinden we uiteindelijk de plek waar inderdaad een enorme boom staat. Het is een katoenboom, die hier ook een Elephant Tree wordt genoemd. Het is niet zo moeilijk om ons voor te stellen waarom. Een local leidt ons rond op de oesterfarm naast de Big Tree ligt. Er zijn hier veel oesterfarms te vinden, want in de mangroven barst het van de oesters. Het verzamelen van de oesters is hier vrouwenwerk. Elke dag varen de vrouwen in hun piroques de mangroves in om later die dag met een bootje vol oesters terug te komen. Bij de oesterfarm worden de oesters gekookt en opengemaakt. Het vlees wordt eruit gehaald en doorverkocht (de grotere exemplaren) of opgegeten (de kleinere exemplaren). De schelpen worden hier ook gebruikt, om asfalt te maken of als ingrediënt voor cement en witte kalkverf.

 

 

Omdat we het niet kunnen laten, hebben we ook weer een filmpje gemaakt met wat sfeerbeelden van ons verblijf in Gambia. Met dank aan Fred en Caroline van de Pegasus die met hun drone mooie beelden vanuit de lucht hebben geschoten van de Amuse.

 

 

Ondertussen bestuderen we elke ochtend nauwgezet de weersvoorspellingen. Langzaam keert de passaatwind terug en kalmeert de zee. Tijd om te vertrekken dus. Omdat we sinds de laatste boodschappen natuurlijk weer een deel van onze voorraad hebben opgegeten en -gedronken, doen we nog een laatste rondje bevoorrading. Morgen is het dan zo ver! We varen morgenvroeg naar Banjul om uit te klaren en te vertrekken voor onze oversteek. We voelen een gezonde spanning, maar hebben er ook heel veel zin in. De oversteek zal waarschijnlijk zo’n drie weken duren. Onderweg zullen we proberen dagelijks een berichtje op onze blog te plaatsen, maar maak je vooral geen zorgen als je even niets van ons hoort: data versturen via satelliettelefoon blijkt niet altijd even betrouwbaar te zijn. Wij beginnen in elk geval heel ontspannend, uitgerust en fit aan onze overtocht! Gewoon omdat het kan. Omdat niets onmogelijk is! Tot snel!

7 gedachten over “Niets is onmogelijk”

  1. Wat blijft het toch iedere keer weer een genot om jullie verhalen te lezen. Wat prachtig hoe jullie blijven genieten, ontdekken, verrassen, … Succes met de oversteek, op naar het prachtige zuid-amerika!

  2. Joyce Beckers

    Helden vond ik jullie al, ook zonder oversteek maar nu zijn jullie superhelden;)
    Weer genoten van jullie verhaal!
    Heel veel succes en plezier onderweg naar de overkant!
    Ik verheug me al op het eerste berichtje over ongeveer drie weken.
    Dikke kus en knuffel Joyce, Fajah en Yainera

  3. Frits en Annemie Steding

    Een goede vaart toegewenst voor deze geweldige trip naar zuid America . Het zal jullie een nieuwe ervaring rijker maken. Volgens marine traffic zijn jullie nog niet weg maar die lopen altijd wat achter in tijd . Ik blijf jullie volgen.
    Groeten uit Tenerife ,Frits en Annemie Steding

  4. René en Truus

    Prachtig verslag weer, we genieten volop mee! Wat apart om de Amuse vanuit de lucht te zien. En natuurlijk altijd blij met een filmpje 😉 Zo te lezen zijn jullie nu écht klaar voor de grote oversteek! ( Of wij dat ook zijn??? ) Spannend hoor! Lieve lieverds, we hebben het volste vertrouwen in jullie. Veilge overtocht, we volgen je ‘via de sterren’ !
    Dikke kus en knuffels, XXX

  5. Lekkere opbouw voor jullie zeetochten: Biskaje, Faro-Rabat, toen naar de Canarische Weilanden en een échte generale naar Gambia. Als jullie er nu niet klaar voor zouden zijn dan gaat het niet meer gebeuren.
    Dus zet hem op en vaar die plas over! Niet alleen jullie zijn er klaar voor, de boot ook. In Rabat zagen/hoorden we hoe serieus jullie al jullie tochten voorbereiden, genieten van het moment maar wel zorgen dat je het initiatief in handen houdt, en dat hebben jullie nu ook gedaan (water om in Guyana pas op te drinken en zo).
    We blijven jullie vol vertrouwen volgen, en geniet van de grootste oversteek uit jullie leven!
    Dikke knuffel en hou jullie haaks!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *